Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CAMELLIA

betekenis & definitie

is de naam van een zeer bekende sierheester uit de familie der Ternstroemiaceeën (Theaceeën), aldus genoemd naar de Jezuïet G. J.

Kamel, die haar in 1639 op de Philippijnen ontdekte. De wetenschappelijke naam luidt Thea japonica Nois. (syn. Camellia japonica L.), waaruit de verwantschap met de theestruik blijkt. De camellia is, zoals de naam al aangeeft, een Japanse heester, met enkelvoudige, leerachtige, altijdgroene, glanzige bladeren, wier randen enigszins omgebogen zijn, en met grote, rode, ongesteelde bloemen. De kelk daarvan bestaat uit 5-9 dakpansgewijs op elkaar gelegen bladen, de bloemkroon telt 5-7 bladen, de talrijke meeldraden zijn aan de basis iets samengegroeid, de doosvrucht is houtig, 3-kleppig en 3-hokkig en de 3 zaden zijn dik en aan de as der doosvrucht vastgehecht.

Zij bloeit in het voor- en najaar en is in Europa een gewilde kas- en kamerplant, die ’s zomers, wanneer zij is uitgebloeid, buiten in de tuin tot aan de potrand op een lichtbeschaduwde plaats kan worden ingegraven. Van deze soort kent men talrijke verscheidenheden met enkele of dubbele bloemen. Van de Th. japonica Nois. en Th. Sasangua Nois. (syn. C.

Sasangua
Thunb.) zijn veel mooie hybriden uit Japan in Nederland ingevoerd. De camellia is oorspronkelijk een bosplant en groeit het best in een middelmatig zware grond, die met veel bladaarde en met 1/6 deel fijn kiezelzand vermengd is. Men moet het verplanten zoveel mogelijk vermijden, en dit dient, als het nodig is, te geschieden in het voorjaar. Van de tijd af, waarop zij nieuwe loten vormt, tot aan het ontstaan der knoppen vereist zij een ruime besproeiing, ook van de bladeren.

Zij geeft de voorkeur aan een schaduwrijke plaats, die enkel door de morgen- en avondzon beschenen wordt. In woonvertrekken laat zij veelal de knoppen vallen, omdat er het verschil in temperatuur bij dag te groot en des nachts de lucht te droog is. Stof, tocht en droge lucht hebben een nadelige invloed op haar. De vermenigvuldiging geschiedt door stekken, door enten en door zaad.

< >