naam van een jaartelling, die aanvangt in 78 n. Chr., en ontleend is aan de Çaka’s, een Skythische stam, die in het begin onzer jaartelling in Voor-Indië is doorgedrongen en in het W. van dat land van de 2de-4de eeuw heeft geheerst.
De instelling dezer aera is onzeker; men schrijft die wel toe aan keizer Kanishka, doch, daargelaten dat ook diens regeringsjaren niet vast staan, blijft de moeilijkheid van de naam, daar Kanishka geen Çaka was en men dus aanneemt, óf dat een overwinning op de Çaka’s de aanleiding is geweest, of dat de Çaka’s de jaartelling overgenomen en verbreid hebben. Zij is vooral in zwang geweest in zuidelijk Indië en van daar overgebracht naar de Indische Archipel en Indo-China; op Java is zij gedurende de gehele Hindoe-tijd en nog lang daarna gebruikt, daar eerst sultan Agoeng van Mataram haar in het begin der 17de eeuw heeft gecombineerd met de Mohammedaanse jaarrekening en zó het Javaanse jaar heeft ingesteld. De Javaanse traditie knoopt aan de naam Adji saka de invoering van de Hindoe-cultuur en tevens van de jaartelling op Java vast; dit is echter een volkomen legendarische figuur, die haar ontstaan aan het niet meer begrijpen van de naam der aera dankt.