Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BRITS SOMALILAND

betekenis & definitie

is een Engels protectoraat aan de N.O.-kust van Afrika, gelegen tussen 8° en ii° 27' N.Br. en 420 35' en 49° O.L. v. Gr. met een oppervlakte van 176116 km2 en ca 700 000, meest nomadische inwoners (Somali’s).

Het gebied wordt gekenmerkt door een hoogvlakte (610 m) in het binnenland, dat naar het Noorden stijgt tot 2134 m en naar de kust trapsgewijs afdaalt; de kustvlakte heeft een breedte van 48-97 km. De vegetatie, die uit harde grassen, doornige planten en acacia’s bestaat, biedt voedsel aan kamelen en geiten. Landbouw wordt bedreven op de plaatsen, waar voldoende regen valt. Aan de kust heerst de Z.W.-moesson (Pharif) van Mei tot Sept., de N.O.-moesson van Nov. tot Mrt.

Het binnenland is in het algemeen betrekkelijk koel en gezond, dank zij de hogere ligging.

De bevolking belijdt de Mohammedaanse godsdienst; zij leeft hoofdzakelijk van de kudden geiten, schapen en kamelen. De voornaamste uitvoerproducten zijn huiden en vlees. Steenkolen, aardolie en verschillende delfstoffen zijn aangetoond, maar worden niet gewonnen. De zee in de nabijheid van de kust is rijk aan vis.

De inkomsten bedroegen in 1944- 1945: £ 282949, de uitgaven £ 535152. De waarde van de uitvoer bedroeg in hetzelfde tijdvak £ 273422, die van de invoer £ 875757.

De voornaamste plaatsen zijn Berbera met 30000 inw. (in het warme seizoen 15000), Hargeisa (ca 20000 inw.), Burao (10000 inw.), Borama, Erigavo en Las Anod.

Het protectoraat wordt bestuurd door een militaire gouverneur, in wiens handen zowel de wetgevende als uitvoerende macht berust; het is in zes districten verdeeld, welke genoemd zijn naar de reeds vermelde belangrijkste plaatsen,

H. A. BOMER

Het gebied werd in 1875 door Egypte veroverd, in 1885 door Engeland bezet en geplaatst onder het bestuur van de resident van Aden. In 1898 werd het gesteld onder rechtstreeks toezicht van het ministerie van Buitenlandse Zaken en bestuurd door een consul-generaal. Sedert 1899 veroorzaakte Mohammed ben Abdoellah, de zgn. „gekke Moellah”, de Engelse regering zoveel last door de Ogadenstammen der Somali tegen Engeland op te hitsen, dat dit in 1910 besloot zich uit het binnenland terug te trekken. Een periode van grote onrust volgde, totdat in 1920 de Moellah definitief verslagen werd.

Het protectoraat werd op 4 Aug. 1940 door de Italianen van Abessinië uit aangevallen en op 18 Aug. door de Britse troepen ontruimd. In het voorjaar van 1941 werd echter in de loop van de veldtocht in Abessinië (z Abessinië, geschiedenis) het Britse gezag hersteld; 22 Mrt 1941 woei de Britse vlag weer boven Berbera.

Lit.: Hamilton, Somaliland (London ign); Drake-Brockman, British Somaliland (London 1912); Peel, Official history of the operations in Somaliland (London 1907 vlgg.); Colonial Reports; D. J. Jardine, The Mad Mullah of Somaliland (1923) ; A. H.

E. Mosse, My Somali Book (1913); A. E. Pease, Somaliland 3 vols (1902); H.

Rayne, Sun, Sand and Somals (1921).

< >