is de technische kennis van het bouwen en omvat als zodanig de kennis der bouwmaterialen en der bouwconstructies. Zij vormt de grondslag voor de bouwmeester, wiens streven is schone gebouwen te maken.
Hij kan echter zijn aesthetisch gevoel niet uitleven zonder kennis der bouwkunde, daar onsolide constructies de oorzaak zouden zijn van, misschien wel schone, doch evenzeer ondeugdelijke gebouwen.Volgens de heersende opvatting houdt de bouwkunde zich bezig met het construeren van gebouwen. Het maken van sluizen, bruggen, viaducten enz. rekent men tot de Weg- en Waterbouwkunde. Beide wetenschappen behandelen echter het construeren van bouwwerken, en hebben dus een gemeenschappelijke grondslag, die men algemene bouwkunde zou kunnen noemen, maar die als zodanig nog niet wordt onderscheiden. Toch heeft men voor alle grote bouwwerken, of het gebouwen of andere werken zijn, de kennis van grondwerk, fundering, steen-, hout-, ijzer- en betonconstructie nodig, benevens de technische mechanica om deze constructies te berekenen.
Het zich een schuilplaats maken vindt men reeds bij de dieren en de primitiefste volken en zo mag men de bouwkunde reeds tot een der vroegst beoefende technieken rekenen. De ontwikkeling hield gelijke tred met de voortschrijdende kennis der materialen, die voor het bouwen geschikt zijn. Zo zijn naar de aard der materialen specifieke constructiewijzen in de bouwkunde traditioneel geworden, die worden onderscheiden als: houtverbindingen, steenverbanden, ijzerconstructies, beton- en gewapend beton-constructies.
De verschillende geaardheid van de bodem heeft geleid tot verschillende systemen van het funderen der gebouwen, terwijl de verschillen in klimaat tot zeer uiteenlopende dakconstructies hebben geleid. De bouwkunde heeft zich zeer lang langs empirische en traditionele weg ontwikkeld. Ook heden worden afmetingen van onderdelen nog wel op het constructief gevoel af bepaald. Vooral de invoering van het constructieijzer heeft hierin verandering gebracht. Om met zo min mogelijk materiaal voldoende stevige constructies te maken is een berekening nodig, op grond van de statica en vastheidsleer, die het gevoel uitsluit. Gaandeweg is dan ook het berekenen der bouwconstructies regel geworden, vooral onder invloed van het gewapend beton, waarmee men zonder berekening moeilijk bouwen kan.
Het wetenschappelijk materiaalonderzoek, een moderne tak der technische wetenschap, dat ook het gedrag der materialen in hun constructies nagaat, werkt mede om de berekening tot voornaamste grondslag der uitvoering te maken en om steeds nieuwe materialen in de bouwconstructies te betrekken.
De bouwkunde heeft verder een sterk sociale kant. Daarvoor is nodig de kennis van grond- en bouwbedrijf, materiaalprijzen en lonen, de economische en juridische verhoudingen van de maatschappelijke groepen, bij het bouwen betrokken, alsmede de overheidsbemoeiingen, in wet of verordening vastgelegd.
Vroeger werd de bouwkunde, zoals hierboven beschreven, ter onderscheiding van de „militaire bouwkunde”, met de naam „burgerlijke bouwkunde” aangeduid. Deze onderscheiding had zin, zolang de tradities in het burgerlijke of militaire bouwbedrijf overheersend waren. Daar tegenwoordig voor beide de wetenschappelijke zijde overheersend is, geraakt deze onderscheiding meer en meer in onbruik.
Daar men het maken van een geheel uit delen, bouwen en construeren noemt en deze uitdrukkingen vaak door elkaar gebruikt, spreekt men ook van waterbouwkunde, spoorwegbouwkunde, vestingbouwkunde, scheepsbouwkunde, vliegtuigbouwkunde, mijnbouwkunde e.d.