Wat is de betekenis van bouwkunde?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouwkunde

bouwkunde - Zelfstandignaamwoord 1. (wetenschap), (techniek) de leer van het bouwen van alles wat voor bewoning of huisvesting van mensen en hun bedrijvigheden bedoeld is Woordherkomst samenstelling van bouw en kunde Verwante begrippen architectuur

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

bouwkunde

Studie en leer van de techniek van het bouwen i.v.m. de verschillende bestemmingen van de gebouwen. De bouwkunde omvat de kennis van materialen, functie, wijze van constructie, fundering, toepassing van onderdelen, verwarming, verlichting, ventilatie, isolatie, vochtbestrijding, brandwering enz. Het gebied van de bouwkunde wordt gewoonlijk verdeeld...

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bouwkunde

bouwkunde - De studie naar de wetenschappelijke en technische aspecten van de architectuur, ter onderscheid van de zuiver kunstzinnige of historische benadering.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bouwkunde

v., de wetenschap die de vereisten leert kennen om bouwwerken samen te stellen : bouwkunde studeren ; burgerlijke bouwkunde, tegenover scheeps-, vesting-, water-, werktuigbouwkunde.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bouwkunde

is de technische kennis van het bouwen en omvat als zodanig de kennis der bouwmaterialen en der bouwconstructies. Zij vormt de grondslag voor de bouwmeester, wiens streven is schone gebouwen te maken. Hij kan echter zijn aesthetisch gevoel niet uitleven zonder kennis der bouwkunde, daar onsolide constructies de oorzaak zouden zijn van, misschien we...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bouwkunde

v. (de wetenschap, die zich ten doel stelt de kennis der vereisten om een gebouw samen te stellen; dikwijls gebezigd in de bet. van bouwkunst).

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bouwkunde

Een belangrijke monumentale architectuur heeft zich in dit veelomstreden, betrekkelijk geïsoleerde en arme land bezwaarlijk kunnen ontwikkelen. Van meer beteekenis is de volksbouwkunst, welke vertegenwoordigd wordt door een groot, doch tegenwoordig snel afnemend aantal houten dorpskerkjes. Zij zijn gedekt met een zadeldak en hebben hetzij een...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bouwkunde

v. onderwijsvak dat de kennis der vereisten, om een gebouw samen te stellen, bijbrengt: scheeps-, vesting-, water-, werktuigbouwkunde; burgerlijke -, die zich bezighoudt met de gewone burgerlijke gebouwen.