Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bouillon (gemeente)

betekenis & definitie

is een gemeente in Belgisch Luxemburg, schilderachtig gelegen aan de Semois, op rotsachtige schieferbodem (5080 ha); moesteelt; ijzergieterijen. Inw. (1945) 2847.

Op een steile rots ligt het kasteel, gebouwd in de 11de eeuw, herhaaldelijk verbouwd, gerestaureerd in 1827 en nu staatseigendom. Het stadje is thans een zeer gezocht toeristisch oord.Bouillon wordt het eerst vermeld in 988. Zeer waarschijnlijk was het toen reeds een eigengoed van het huis van de Ardennen, hertogen van Neder-Lotharingen, die daar een burcht bezaten. Een hertogdom Bouillon heeft in de middeleeuwen nooit bestaan, doch doordat de hertogen van Neder-Lotharingen heren van Bouillon waren, gewagen sommige kroniekschrijvers wel van de hertogen van Bouillon. De meest bekende onder dezen, Godfried van Bouillon, de aanvoerder van de Eerste Kruistocht, verkocht zijn burcht en landgoed te Bouillon, om de uitrusting voor deze kruistocht te bekostigen, in 1096 aan de bisschop van Luik, Otbert. Voortaan zou het gebied van Bouillon aan de bisschop van Luik toebehoren, doch zonder ooit met het prinsbisdom Luik te worden verenigd anders dan door een louter persoonlijke unie. In de 15de eeuw spanden de graven de la Marck zich in om Bouillon aan de bisschoppen te ontrukken.

Deze pogingen waren vergeefs, totdat in 1548 Robrecht IV de la Marck officieel de titel van hertog van Bouillon aannam. Hij werd in deze waardigheid erkend door koning Hendrik II van Frankrijk, die hem in bezit stelde van Bouillon. Door het verdrag van Cateau-Cambresis van 1559 moest Bouillon echter weer aan Luik worden afgestaan. In 1591 huwde Henri de la Tour d’Auvergne, burggraaf van Turenne, met Charlotte de la Marck, en nam de titel van hertog van Bouillon aan. Een zijner zonen verkreeg van Lodewijk XIV de belofte dat hij in het bezit zou worden gesteld van het gebied, indien dit te eniger tijd in Franse handen viel. Dit laatste geschiedde in 1678 en zo werd dan een kleinzoon van Henri en Charlotte, Godefroid Maurice de la Tour d’Auvergne, souvereine hertog van Bouillon, waar nochtans een Frans garnizoen verbleef.

Op 24 Apr. 1794 riep een volksvergadering te Bouillon de republiek uit, en op 26 Oct. werd het gebied bij Frankrijk ingelijfd, verdeeld over drie departementen, Ardennes, Forêts, Sambre-et-Meuse. In 1814 kwam een kortstondige restauratie van het souvereine hertogdom onder Philippe d’Auvergne, aangenomen opvolger van de la Tour d’Auvergnes en Engels vice-admiraal, doch bij het tweede verdrag van Parijs van 1815 (20 Nov.) werd het vorstendom bij het koninkrijk der Nederlanden gevoegd. In 1830 sloot het zich aan bij de Belgische Omwenteling en kwam dus bij de nieuw opgerichte Belgische staat. In Wereldoorlog II was Bouillon de eerste Belgische plaats die door de Geallieerden, bij hun zegevierende opmars door Frankrijk en België in de zomer van 1944, werd bevrijd, nl. op 2 Sept., door het 1ste Amerikaanse leger onder generaal Hodges.

Lit.: Ozeray, Hist. de la ville et du duché de B. (2 dln, 2de uitg. Bruxelles 1864); Leroux, Notice hist., descriptive et pittoresque du château-fort de B. (3de uitg., Namur 1884); Pirotte, B. et son château (3de uitg., B. 1903); Rejalot et Theissen, B. et son château (Gembloux 1927); De Ridder, B. en omstreken (2de uitg., Antwerpen z.j.); F. Baix, B. (Dict. d’hist. et de géogr. eccl., dl X, coll. 1-43).

< >