Italiaans componist (Salò 25 Apr. 1861 - op zee Amerika-Italië 20 Febr. 1924), zoon van een organist, studeerde aan het Liceo musicale te Bologna en aan het conservatorium te Milaan, werd in 1881 organist te Como, in 1890 leraar aan het conservatorium te Napels, in 1895 directeur van een conservatorium te Venetië, in 1902 van het Liceo musicale te Bologna, in 1916 van een muziekschool te Rome. Hij was organist en componist, schreef tal van orgelwerken, o.a. een sonate, een concert en een orgelmethode (in samenwerking met Tebaldini).
Voor koor en orkest schreef hij o.a. een requiem, het hooglied (Canticum Canticorum), Il paradiso perduto, Giovanna d’Arco. Voorts schreef hij de opera’s Paquita, Il viandante, en L’angelo della notte, orkestwerken, kamermuziek, pianowerken, liederen en kerkelijke muziek.Zijn zoon Renzo Rinaldo Bossi (Como 9 Apr. 1883) deed eveneens als componist van zich spreken. Hij studeerde te Leipzig, werd in 1916 leraar aan het conservatorium te Milaan, schreef orkestwerken, koren, liederen, kamermuziek en orgelwerken.
