Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bosch, hiëronymus

betekenis & definitie

(Jheronimus), in documenten genoemd Hieronymus van Aeken, Nederlands schilder (waarschijnlijk ’s-Hertogenbosch ca 1450 - ’s-Hertogenbosch 1516), komt in 1480 voor het eerst in de registers voor van de Illustre Onze Lieve Vrouwe broederschap te ’s-Hertogenbosch onder de naam „Jeroen die Maelre”. Daarna wordt hij in dezelfde registers herhaaldelijk vermeld.

Voor de St Janskerk te ’s-Hertogenbosch voerde hij verschillende bestellingen uit, o.a. in 1493 of ’94 ontwerpen voor gebrandschilderde ramen. Philips de Schone bestelde bij hem kort vóór 1504 een groot schilderij met het Laatste Oordeel. Naast religieuze voorstellingen heeft hij taferelen geschilderd van een genre-achtig karakter. Er zijn vijf werken, die algemeen als originelen van zijn hand worden beschouwd en die tevens zijn naam dragen. Dit zijn: de Verzoeking van de H. Antonius te Lissabon, de Aanbidding der Koningen te Madrid, de Johannes op Patmos te Berlijn, de Marteldood van de H.

Julie
te Venetië en de H. Hiëronymus in dezelfde plaats. Om deze werken heen heeft men verschillende andere gegroepeerd.Als tamelijk vroeg beschouwt men o.a. het tafelblad met voorstellingen van de zeven doodzonden en de vier uitersten: Dood, Oordeel, Hemel en Hel, in het Escorial en het schilderijtje met de Keisnijding in het Prado te Madrid. Een rijper werk is de Ecce Homo te Frankfort, Christus getoond aan de menigte, waarin haat, nijd en wreedheid leven. Eenvoudig en groots is zijn Kruisdraging te Wenen. Een fantastisch karakter bezit de zgn. Blauwe Schuit in het Louvre te Parijs, waarop wij een wonderlijk gezelschap van zingende en drinkende mannen en vrouwen, waaronder een non met een gitaar en een monnik zien, dat in een kleine boot samengepakt zit. Het is een onderwerp dat ook in de literatuur voorkomt (het Narrenschip van Sebastian Brant, in 1494 te Bazel verschenen) en bij ommegangen weergegeven schijnt te zijn.

In zijn Johannes op Patmos te Berlijn blijkt Bosch de invloed van Schongauer ondergaan te hebben.

Tot zijn meest vermaarde werken behoren: De Hooiwagen in het Escorial, een Allegorie op de Vergankelijkheid, de Aanbidding der Koningen te Madrid, waarin de kunstenaar tevens een symbolische voorstelling van de Mis heeft willen geven, en de prachtige H. Hiëronymus te Gent. Een onderwerp, dat Bosch gaarne behandelde was de Verzoeking van de H. Antonius, waarvan het meest vermaarde voorbeeld zich te Lissabon bevindt. Bosch vond hier bij uitstek gelegenheid zijn lust tot het scheppen van fantastische en gedrochtelijke wezens, samengesteld uit delen van mensen, dieren en levenloze voorwerpen vrij spel te laten. Nog groter fantasie legt hij aan de dag in zijn Tuin der Lusten te Madrid.

In zijn latere jaren heeft Bosch bij voorkeur panelen gegeven met enkele grote figuren. Hiertoe behoren De Verloren Zoon te Rotterdam, de Doornenkroning in het Escorial en de Kruisdraging te Gent.

Bosch is wel het meest bekend geworden door zijn fantastische taferelen. Hij was echter niet alleen een kunstenaar met een grote fantasie, maar ook met een zeer subtiel gevoel. Soms knoopte hij aan bij de oudere traditie, zoals in zijn Aanbidding der Koningen. Veelal vond hij echter nieuwe wegen. Van bijzondere betekenis is hij geweest voor de ontwikkeling van het landschap in de schilderkunst. Hij wist aan zijn landschap-achtergronden vaak een bijzondere grootsheid te geven, en een zekere sfeer en stemming te suggereren.

Bosch was tijdens zijn leven zeer gezien, na zijn dood is hij beroemd geworden. Zijn werk is herhaaldelijk nagevolgd.

DR J. S. WITSEN ELIAS

Lit.: M. J. Friedländer, Die Alt-Niederländische Malerei, dl V (1934); Ch. de Tolnay, Hiëronymus Bosch (1937); A. Vermeylen, Hiëronymus Bosch (1939); L. v. d. Bossche, Jeroen B. (Diest 1944); J. Mosmans, Jheronimus Anthoniszoon van Aken alias Hiëronymus Bosch (’s-Hertogenbosch 1947).

< >