Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bosch, bernardus

betekenis & definitie

Nederlands politicus, letterkundige en journalist (Deventer ged. 4 Sept. 1746 - Scheveningen 22 Nov. 1803), werd predikant te Spanbroek en Opmeer (1770), later o.a. te Diemen, moest als fel patriot in 1787 bij de komst van de Pruisen vluchten, woonde daarna o.a. te Amsterdam, werd in 1795 voorzitter van de municipaliteit te Zaandam en in 1796 gekozen tot representant van het Bataafse volk. Na de staatsgreep van 12 Juni 1798 werd hij echter gevangen genomen en ontslagen; hij stierf in de grootste armoede.

Talrijk waren zijn in bombastische taal geschreven werken in proza en poëzie (gedeeltelijk onder de schuilnamen Batavus en Vrijhart); verder schreef hij de spectatoriale tijdschriften De menschenvriend (1788-1798, met M. Nieuwenhuizen), De leerzame praatal (1791-1793) en de politieke weekbladen De burger politieke blixem (1800/’01, alleen de eerste 59 nrs), De heer Janus Janus-zoon (1801/’02, 61 nrs) en De heer politieke blixem (1801/’02, 64 nrs). Zijn autobiografie is te vinden in het 3de dl van zijn Gedigten (Leyden 1803).Lit.: W. P. Sautijn Kluit, Janus, de Politieke blixem en beider gevolg, in De Ned. Spectator (1867); J. Hartog, De spectatoriale geschriften (1890); J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Ned. letterkunde, 2de dr., VI (1925).

< >