is een Limburgse gemeente, 25 km ten N. van Maastricht, groot 1546 ha, telt (1946)
3516 inw., voor ongeveer 98 pct R.K. De bodem bestaat geheel uit Limburgse klei (löss), langs de Molenbeek uit beekbezinking en is voor ⅔ als bouwland, voor ⅓ als grasland in gebruik. Landbouw vormt een der bestaansmiddelen, doch het grootste deel van de beroepsbevolking vindt werk in de mijnstreek (Staatsmijn Maurits). De gemeente wordt doorsneden door het Julianakanaal, waaraan een overslaghaven voor steenkolen is aangelegd. De gemeente omvat de dorpen Born 1930: 1140 inw.), Buchten (437 inw.) en Holtum 560 inw.), benevens enige gehuchten en de zuidelijke helft van de buurt Illikhoven.
Het dorp Born bestaat zeer lang en is het oude middelpunt van de vroegere heerlijkheid van die naam. De eerste heer van Born was Gozewijn I, die omstreeks 1150 leefde. De heren van Born waren leenplichtig aan de graven van Loon en Gelder en vazallen der heren van Valkenburg. In 1320 kwam de heerlijkheid in het bezit van Jan van Valkenburg, heer van Sittard, en in 1398 in dat der hertogen van Gulik. De latere heren van Born waren vazallen van laatstgenoemde hertogen. Het tegenwoordige kasteel dateert uit de 17de eeuw. In de 14de eeuw bezat het dorp stedelijke rechten.