Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bore

betekenis & definitie

(Eng.) heet het verschijnsel, dat zich nabij sommige riviermonden voordoet, wanneer bij opkomende vloed (met name bij springvloed) de „getijgolf” als een hoge muur van overstortend water, stroomopwaarts lopend, de rivier binnendringt. In Frankrijk spreekt men dan van mascaret. Het verschijnsel komt lang niet in alle riviermondingen voor.

Essentieel schijnt te zijn, dat de vloed ter plaatse op een zeker tijdstip zeer snel opkomt en dat de riviermonding zich landinwaarts op een dusdanige wijze vernauwt, dat de capaciteit te klein wordt om de vloedgolf geleidelijk te verwerken. Het wordt ook wel „vloedbranding” genoemd. De „bore” komt o.a. voor in verschillende Franse rivieren, als de Seine, waar hoogten van 4 tot 5 m zijn waargenomen, in de Orne (bij Caen), in de Couesnon (waar het „barre” genoemd wordt) en in de Gironde. Van de Engelse rivieren vertonen de Severn en de Trent het verschijnsel. In Duitse rivieren ontbreekt het tegenwoordig zo goed als geheel. In Noord-Amerika kent men een bore o.a. in de monding van de Colorado.

In Zuid-Amerika is vooral beroemd de bore van het mondingsgebied van de Amazone; deze wordt daar „pororoca” genoemd en bereikt soms een hoogte van 5-6 m. Vrij veel komt het verschijnsel voor in Aziatische rivieren: in de Hugli bij Calcutta en in de Megna; op Oost-Sumatra in de Rokan en de Kampar; aan de noordkust van Borneo in de Sadong en de Batang Lupar; het meest beroemd ten slotte is de bore op de Tsien-Tang-kiang, die in haar mondingsgebted optreedt als een kilometerslange, niet zelden 8 m hoge waterval, die zich onder donderend geweld stroomopwaarts verplaatst met een snelheid van bijv. 6,5 m per sec.DR P. GROEN

Lit.: O. Krümmel, Handb. d. Ozeanogr. II, pag. 299-304 (1911); H. Thorade, Probleme d. Wasserwellen, pag. 168-171 (Hamburg 1931).