Italiaans schilder (Bologna 1688-1766), was leerling van Franceschini en Creti in Bologna en van Cignani in Forli. Daarna ging hij naar Rome, waar hij werkte aan een mozaïek voor de St Pieter, vervolgens naar Piacenza en Genua.
Na nog enige jaren in Bologna te hebben gewerkt, vestigde hij zich te Genua, waar hij, na de dood van Franceschini in 1724, zeer in aanzien kwam en er vele grote schilderingen voor kerken, kloosters en paleizen heeft uitgevoerd. Hij werd naar andere steden geroepen, Parma, San Remo, Brescia, Milaan en Crema. Hij schilderde ook voor de vorsten van Savoye en van Spanje. Aan de Academie te Genua was hij van 1751-1761 als leraar verbonden. Van Genua uit leverde hij werken voor kerken te Nervi, Albenga, Porto Maurizio, Bolzanetto, Nave (bij Brescia) en Turijn. Zijn herhaalde verandering van woonplaats heeft hem toch niet van de zgn.
Bolognese school kunnen verwijderen. Te Bologna zelf zijn nog voortreffelijke werken van hem bewaard gebleven.Lit.: Crespi, Vite de’ pitt. bolognesi (1769), blz. 290.
