Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Boeke, jan daniël

betekenis & definitie

Nederlands paedagoog en fysicus (Utrecht 29 Nov. 1842 - Alkmaar 28 Oct. 1902), studeerde eerst te Utrecht scheikunde,promoveerde 8 Mrt 1869, werd in 1873 directeur van de H.B.S. te Alkmaar en legde zich hoofdzakelijk toe op de studie van de spraakklanken. Boeke heeft een eenvoudige en doelmatige methode van klinkeranalyse uitgevonden, berustend op de meting van de inkervingen van de fonograafrol.

Door de schrijfstift (recorder) van het opname-apparaat worden de inkervingen verticaal in het was gegrift. Om de karakteristieke eigenschappen van de klinkertrillingen na te gaan, is het dus nodig de afwisselende diepte van de in het was gesnedene voor nauwkeurig te meten. Het microscopisch uitmeten van deze diepte is practisch bijna onmogelijk, daarom berekende Boeke deze uit de breedte van de inkerving, daar breedte en diepte in een constante verhouding staan. Hij bouwde een toestel, waarin de microscoop loodrecht boven de fonograafrol staat. Na instelling op een willekeurig punt van een inkerving wordt de breedte hiervan met een oculairmicrometer gemeten. Daarna wordt de fonograafrol iets omgedraaid en een volgende plaats in het vizier genomen.

Deze omdraaiing moet zeer nauwkeurig geregeld worden, zodat de uitgemeten punten juist op gelijke afstand van elkaar staan en tevens zo dicht mogelijk bij elkaar blijven om een getrouw beeld van de curve te krijgen. Door een samenstel van kamraderen heeft Boeke bereikt, dat de omdraaiing van de fonograafrol slechts 1/3600 van haar omtrek bedraagt. Voor elke trilling wordt aldus een reeks cijfers verkregen. Wanneer de eerste cijfers zich herhalen, is een volledige trillingsperiode uitgemeten. Na omrekening van de breedtecijfers in dieptecijfers (de ordinaten van de trillingscurven) wordt op millimeterpapier een grafiek geconstrueerd, waarop nu de mathematische analyse kan toegepast worden. Deze methode van Boeke werd door Zwaardemaker verbeterd (o.a. scherpere belichting van de fonograafinkervingen).

PROF. DR L. GROOTAERS

Bibl.: Tijdschr. v. toegep. scheik. en hyg., VI (1902-’03).

Lit.: Boeke, Mikrosk. Phonogrammstudien, in Pflügers Archiv f. d. gesamte Physiologie, 50 (1891), 297 vlgg. en 76 (1899), 497 vlgg.

< >