Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bodin, jean

betekenis & definitie

Frans jurist en econoom (Angers ca 1530 - Laon 1596), studeerde in de rechten en verkreeg te Toulouse een uitgebreide praktijk. In 1551 begaf hij zich naar Parijs, waar hij het vertrouwen van koning Karel IX in hoge mate verwierf.

Daar hij zich echter in zijn geschriften gunstig over de Hervormden had uitgelaten, ontkwam hij ternauwernood aan de gruwelen van de Bartholomeusnacht. Hij wist zich vervolgens een belangrijke invloed te verschaffen en zorgde, dat in 1577 aan de Hervormden vrede en gewetensvrijheid werden toegekend. Hij behoorde tot de zgn. „politieken”, die tussen Hugenoten en felle Katholieken een middenpositie innamen. In 1584 neigde hij tot de partij van de Ligue maar werd door deze afgewezen en als ketter aangeklaagd. Later onderwierp hij zich aan Hendrik IV. Hij stierf aan de pest.Het werk van Bodin kan in drie groepen worden verdeeld: zijn geschriften op het gebied van staatsrecht en staatsleer, zijn economische werken en zijn occultistisch werk.



a.
Zijn eerste geschrift is de Methodus ad facilem historiarum cognitionem (1566), waarin hij uiteenzet, dat de geschiedenis ten doel heeft de staatsleer te dienen. De historicus moet de ingrijpende veranderingen der menselijke gemeenschappen verklaren en hieruit de beste vorm der regering afleiden. Hij legde de nadruk op de natuurlijke factoren, welke de wetten en het karakter der volken beïnvloeden: klimaat en geografische gesteldheid. Met deze opvattingen is hij een voorloper van Montesquieu.

Deze denkbeelden heeft hij uitgewerkt in zijn belangrijkste en omvangrijkste werk: Six livres de la République (1576), dat sterk onder de invloed staat van de politieke verscheurdheid van het Frankrijk van zijn tijd. Als eerste formuleert hij het begrip van de souvereiniteit van de staat, de onbeperkte macht van de staat, voor zover het het doel van de staat betreft, jegens ieder en alles, ook tegenover de kerk. Onjuist is de veel verbreide mening, dat Bodin voorstander is van een volstrekt onbeperkte staatsmacht; als beperkingen erkent hij de goddelijke wet, menselijke wetten, welke in iedere gemeenschap onontbeerlijk zijn en de natuurlijke wet, welke verbiedt, dat een vorst de eigendom van zijn onderdanen aantast. In een tijd, waarin leven en goed van de burgers voortdurend in gevaar waren, zocht Bodin uitkomst in een sterke overheid, welker macht ondeelbaar is. Als de beste staatsvorm beschouwt hij de absolute monarchie.

Ten aanzien van de godsdienst nam Bodin, levende in een tijd van felle godsdienstige twisten, een uiterst verdraagzaam standpunt in. In zijn Heptaplomeres colloquium de abditis sublimium rerum arcanis (vermoedelijk van 1593, voor het eerst voll. gepubl. 1857), bestrijdt hij in feite het strenge Christendom, noemt godsdiensttwisten onbelangrijk en komt tot de slotsom, dat alle godsdiensten met elkaar verwant zijn en dat de ene niet beter is dan de andere, zodat belijders van alle godsdiensten in vrede met elkaar kunnen leven.



b.
In 1568 verscheen het belangrijkste economische geschrift van Bodin: Réponse aux paradoxes de Monsieur de Malestroict touchant l’enchérissement de toutes les choses et des monnoyes, waarvan in 1578 een uitvoeriger editie verscheen. Bodin houdt zich hierin bezig met het grote economische verschijnsel der 16de eeuw: de prijsrevolutie, welke hij, als eerste, verklaarde uit de overvloed van goud en zilver. Hij werd hierdoor een voorloper van de zgn. kwantiteitstheorie. Voorts was hij een voorstander van de vrijheid van handel, al verdedigde hij daarnaast actief ingrijpen van de overheid in het economische leven ten behoeve van de industrie, gelijk 100 jaar later de Mercantilisten deden. In het 6de boek van zijn République vindt men zijn denkbeelden dienaangaande uitvoerig behandeld. Daar schetst hij ook een belastingtheorie, welke een redelijke verdeling van de belastingdruk beoogt.



c.
Dat Bodin, hoe modern ook in zijn staatkundige, economische en godsdienstige denkbeelden, in ander opzicht nog middeleeuwse trekken heeft, bewijzen zijn geschriften over de heksen. Ten dele is zijn houding ook hier uit de tijdsomstandigheden te verklaren: de koningin-moeder Catharina de Medici en Karel IX omgaven zich met allerlei Italiaanse zwarte kunstenaars, waartegen Bodin te velde trekt. Deze lieden zelf wil hij geheel uitroeien. In 1580 verscheen zijn Démonomanie des sorciers, waarin aan de hand van een overweldigend materiaal het bestaan van heksen wordt „aangetoond” en een mystiek-kabbalistische wereldbeschouwing wordt ontwikkeld.

MR S. MOK ♰

Lit.: H. Baudrillart, J. B. et son temps, tableau des théories politiques et des idéés économiques du 16me siècle (Paris 1853); E. Hancke, B., eine Studie üb. d. Begriff d. Souveränität (Breslau 1894); E.

Fournol, B. prédécesseur de Montesquieu (Paris 1896); R. Chauviré, J. B. auteur de la République (Paris 1915); Fr. Renz, J. B. Ein Beitr. z.

Gesch. d. hist. Methode im 16. Jahrh., Diss. Leipzig (1905); H. Hauser, La vie chère au XVIe siècle. La Response à M. de Malestroit (Paris 1932); El.

Feist, Weltbild u. Staatsidee b. J. B., Diss. Halle (1930); J. Moreau-Reibel J.

B. et le droit public comparé (Paris 1933); J. W. Allen, A hist. of polit. thought in the sixteenth Century (London 1928), p. 394-444; P. Mesnard, L’essor de la Philosophie politique au XVIe siècle (Paris 1936), p. 473-546; A. Garosci, J. B.; Politica e Diritto nel Rinascimento francese (Milano 1934); B.

F. E. van Welie, Th. v. Aquino en J. Bodinus. Eien vergel. studie over het subject der souvereiniteit, Diss. Nijmegen (1936); F. von Bezold, J.

B. als Okkultist und seine Démonomanie, Hist. Zeitschr. Bd 105 (1910) (ook in: Aus Mittelalt. u. Renaiss., 1918, p. 294-328); R. Flint, Hist. of the philosophy of history (Edinburgh 1893), p. 190-201; Bodin’s Method for the easy comprehension of history transl. by Beatr. Reynolds (Columbia U.Pr. 1945); F.

Meinecke, Die Idee der Staatsräson in der neueren Geschichte (München 1924), pag. 70 vlg.; A. Gardot, J. B., sa place parmi les fondateurs du droit international, in: Académie de droit internat. Recueil des Cours, T. 50 (1934).

< >