of oleum amygdalarum is een aetherische olie, die hoofdzakelijk gewonnen wordt uit de zaden van de abrikoos Prunus Armeniaca L., doch vroeger en ook nu nog ten dele, uit de zaden van de bittere amandel Prunus amygdalus L. die tot de fam. der Rosaceae (Roosachtigen) behoren. De zaden werden vroeger uit Klein-Azië en Syrië ingevoerd, doch tegenwoordig ook onder de naam perzikkernen uit Marokko, Japan en vooral uit Californië.
Het gebruik van bittere amandelolie werd het eerst bekend in de 15de en 16de eeuw, maar pas in de laatste eeuwen is het gebruik algemeen geworden. De pitten worden eerst door persen van de er tevens in zittende vette amandelolie bevrijd, daarna fijngemalen en goed vermengd met vijf tot acht delen water van 50-60 gr. C., waarin men ze 12 uren lang laat staan. In het verpoederde zaad zit het glucosied amygdaline, dat in deze 12 uren door het in het zaad eveneens aanwezige enzym emulsine in benzaldehyde, blauwzuur en d-glucose gesplitst wordt. De aetherische olie, die hoofdzakelijk uit benzaldehyde bestaat, is gedeeltelijk in water oplosbaar, maar bevat ook nog het giftige blauwzuur. Men zuivert de olie hiervan door uitschudden met kalkmelk en ijzervitriool.
Het rendement bedraagt bij de echte bittere amandelen 0,5-0,7 pct, bij de abrikozenzaden 0,6-1 pct. Men gebruikt de bittere amandelolie in de banketbakkerij en bij de likeurbereiding.