Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Abrikoos

betekenis & definitie

kleine boom van het geslacht Prunus (fam. Rosaceeën).

Vele soorten en variëteiten. De gewone abrikoos is Pntnus Armeniaca, met witte of lichtrose, niet- of kortgesteelde bloemen, die in Maart-April bloeien voordat de bladeren, welke ovaal en toegespitst puntig zijn, verschijnen. Zij zijn vijftallig, hebben vele meeldraden, één stamper, bevatten nectar en worden vooral door bijen bestoven (z bestuiving). Afkomstig uit Midden- en Oost-Azië (Siberië-China). In China reeds 2000 jaar v. Chr. gekweekt; in Europa sinds het begin van onze jaartelling. De abrikoos is gevoelig voor vorst en groeit alleen in matig warme streken; in Nederland is de vruchtzetting onbevredigend. Wordt gekweekt om de eetbare steenvrucht (z vrucht), die roodachtig-geel, rond en fluwelig behaard is. Kan vers gegeten worden, wordt meestal gedroogd. Uit de zaden wordt olie geperst.

< >