of Behistoen (eigenl. Bagistana, „plaats der goden”) is de naam van een dorp en een ongeveer 1500 m hoge berg in de Perzische provincie Koerdistan, aan de weg van Kirmansjah naar Hamadan. Deze berg is merkwaardig door de reliëfs en de opschriften in spijkerschrift, die zich bevinden op een loodrechte rotswand ter hoogte van ruim 500 m.
Daarin wordt de overwinning van Darius I, koning der Perzen, op de opstandelingen in zijn rijk verkondigd (ca 520 v. Chr.). Aan de beide zijden dier opschriften vindt men reliëfs van reusachtige afmetingen. De betekenis van dit gedenkteken was reeds zo spoedig door de omringende bewoners vergeten, dat Ktesias, onder Artaxerxes II, het toeschreef aan koningin Semiramis.De inscripties zijn gesteld in drie talen: Oud-perzisch, Elamietisch en Babylonisch (Akkadisch); de Oudperzische tekst van het grootste der twaalf opschriften alleen bevat niet minder dan 5 kolommen met 414 regels. Deze opschriften werden in 1836-1847 door H. C. Rawlinson (toen nog jong officier, de grondlegger der Assyriologie) onder de grootste bezwaren gecopieerd en gedeeltelijk ontcijferd. Pas in 1903 werd zijn werk door W. Jackson en daarna door L.
W. King en R. C. Thompson (1907) en door F. W. König (1938) voortgezet.
PROF. DR F. M. TH. BÖHL
Lit: L. W. King en R. C. Thompson, The Inscription of Darius the Great at Behistun (London 1907); F. W.
Weissbach, Die Keilinschriften der Achämeniden (1911); F. W. König, Relief und Inschrift des Königs Dareios I am Felsen von Bagistan (Leiden 1938).
