eigenlijk jhr Adrien Jean Elise van Bevervoorden tot Oldemeule, Nederlands revolutionnair politicus en journalist (Groningen 7 Sept. 1819- ’s-Hertogenbosch 17 Mei 1851), aanvankelijk o.a. te Londen als journalist werkzaam, werd in 1843 secretaris van J. J.
Rochussen, gezant te Brussel, en in 1844 door diens bemiddeling medewerker van mr Henri Box, redacteur van het semi-officiële Journal de La Haye. Door de intriges van Box tot ontslag gedwongen, ging hij over naar de oppositie als redacteur van de bladen Asmodée (1845/’47), Le Courrier batave et Asmodée (1847/’48) en De Burger (1846/’48), waarin hij zich op radicaal-democratisch standpunt stelde. Toen de persvrijheid in 1847 door de regering werd bedreigd, verzorgde hij een petitie der democratisch gezinde pers. Als lid van de „Association démocratique” te Brussel, welke onder invloed van Karl Marx streefde naar samenwerking van de arbeiders met de burgerlijke democraten, trachtte hij tevergeefs ook in Nederland een afdeling van de Association te stichten. In Mrt 1848 stelde hij zich te ’s-Gravenhage aan het hoofd van de daar ontstane volksbeweging en werd zelfs door de koning ontvangen. Door de loop die de gebeurtenissen later namen, speelde hij echter geen blijvende politieke rol.
In zijn vlammend protest Verraad (’s-Hage 1848) beschuldigde hij o.a. minister Donker Curtius van ontrouw aan liberalisme en democratie. Op 16 Juni 1850 stichtte hij te Rotterdam een democratische vereniging en deed in hetzelfde jaar Le Courrier batave en De Burger herleven. Tijdens zijn leven onafgebroken in processen gewikkeld, stierf hij nadat hij enige weken tevoren wegens een persdelict tot twee jaar gevangenisstraf was veroordeeld. Hij behoorde met zijn vriend Jan de Vries te Amsterdam tot onze bekwaamste 19de-eeuwse journalisten. mr h. f. wijnmanBibl.: De Arteveldes, Drama (’s-Grav. 1838); Alexander, Eene historische novelle (Amst. 1840); Levensschets van J. J. Rochussen (’s-Hage 1845); Un chapitre d’un livre à faire qui serait intitulé: Le directeur du Journal de La Haye à la barre du tribunal de l’opinion publique (1845); Mag dit zoo blijven? (1845); Zendbrief van Ahasverus (’s-Grav. 1845); Sketch of the history of Holland, with occasional remarks (The Hague 1846); Promenade de deux diables à la kermesse de La Haye (1845); Drukpers-proces van den verantwoordelijken redacteur van het weekblad Asmodée (’s-Hage 1847); Brief aan mr. Donker Curtius (’s-Hage 1848); Een paar woorden omtrent Willem II (Amst. 1849); Onwettige arrestatie en kerkering van eenen wegens drukperszaken veroordeelde (Amst. 1850); Brief aan jhr. mr. J. T.
H. Nedermeyer ridder van Rosenthal minister van justitie (Amst. 1850).
Lit.: W. P. Sautijn Kluit, Asmodée en De Burger, in de Ned. Spectator 1878/79; De Librye no 9 (1889); W. P. G.
Knuttel, Cat. v. d. pamfl. verz. in de Kon. Bibl. VII (1916); H. Stein, Der amsterdamer Arbeiterbildungsverein von 1847, in: Intern. rev. for soc. hist. (1937); Nederland’s Adelsboek XXXVIII (1940).