Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Bernard VERHOEVEN

betekenis & definitie

Nederlands letterkundige (Arnhem 29 Apr. 1897), was werkzaam in de journalistiek, aan Het Centrum, Dagblad van Arnhem en De Maasbode. Hij heeft zich in tal van functies op sociaal-cultureel gebied bewogen. Na Wereldoorlog II behartigde hij enkele jaren in de Tweede Kamer in het bijzonder de culturele belangen.

De Jan van Eyck-Academie in Maastricht staat onder zijn leiding. Hij publiceerde lyriek, een niet sterke poëzie, echter vol van bekorende elementen en voorts opmerkelijke essays, te beschouwen minder als analyserende critiek dan wel als persoonlijkheid en werk omvattende, synthetische waardering. Na zijn debuut in De Beiaard heeft hij zich aangesloten bij de tijdschriften der Katholieke jongeren.Bibl.: Van schijn en schemer (1917); De voorhof (1919); Verzen (1922); Mirja (dramatisch, Beiaard, 1922); De pelgrim (1924) ; De zielegang van Henriette Roland Holst (1925); Guido Gezelle (1930); De zilveren spiegel (1931); Maskers (1937); Hof van rozen en olijven (1942); Tussen voorhangsel en altaar (1943); Pax hominibus (1944); De goddelijke speelman (1944); Kruisvereering (1945); Missiegedichten (1945); De poëzie van San Juan de la Cruz (1946, vertaling).

< >