Amerikaans jurist (New York City 24 Mei 1870 - Portchester, N.Y., 9 Juli 1938), kwam voort uit een Portugees-Joodse familie die zich in 1752 te New York had gevestigd. Zijn vader was rechter in het staatsgerechtshof aldaar.
Na voltooiing van zijn juridische studie bij Columbia University was Cardozo als advocaat werkzaam tot 1913, in welk jaar hij tot rechter werd benoemd. In 1914 volgde zijn benoeming tot lid van het Hof van Appèl van de staat New York; in 1932 werd hij door president Hoover aangesteld als rechter in het hooggerechtshof der V.S. Hij behoorde tot de „juridical evolutionists” en ging uit van de gedachte dat het recht, zoals het door de gerechten wordt vastgelegd, in nauw contact dient te blijven met de behoeften, gebruiken, overtuigingen en idealen die zich in het maatschappelijk leven aftekenen en ontwikkelen. Met deze progressieve opvatting naderde hij tot de jongste sociologische school van Amerikaanse juristen, waarmee hij echter in zover verschilde als, in zijn gedachte, de rechtszekerheid (door de genoemde school van minder belang geacht) moet worden hooggehouden, en bepaalde rechtsbeginselen dienen te worden erkend als behorende tot alle tijden.
Als rechter heeft Cardozo zich vooral naam gemaakt door, met de andere mannen van de „linkervleugel” in de Amerikaanse magistratuur, de sociale en commerciële wetgeving der V.S., waarvan de geldigheid uit constitutioneel oogpunt in twijfel was getrokken, nader te consolideren. Als publicist heeft hij van zijn juridisch inzicht, en tevens van maatschappelijke belangstelling, wijsgerige eruditie en oorspronkelijke visie getuigd in een reeks van geschriften waarvan The Nature of the Judicial Process en The Paradoxes of Legal Science de belangrijkste worden geacht. Dit oeuvre, ook in Engeland zeer gewaardeerd, geeft hem een plaats onder de eerste juristen van het begin der 20Ste eeuw.PROF. MR I. KISCH
Bibl.: The Jurisdiction of the Court of Appeals (N.Y. 1903); The Nature of the Judicial Process (New Haven 1921); The Growth of the Law (New Haven 1924); The Paradoxes of Legal Science (N.Y. 1928); Law and Literature and Other Essays (N.Y. 1931).
Lit.: B. H. Levy, Cardozo and Frontiers of Legal Thinking (N.Y. 1938); Moses J. Aronson, C.’s Sociological Jurisprudence in Journ. of Social Philosophy, dl IV (Oct. 1938); B.
L. Shientag, The Opinions and Writings of Judge B. N. C. in 30 Columbia Law Review, p. 597; J.
P. Pollard, Mr. Justice G.: a Liberal Mind in Action (N.Y. 1935); The American Jewish Year Book 5700 (Philadelphia 1939).