Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Belladonna

betekenis & definitie

of Wolfskers, Atropa Belladonna L., ook dood- ofdolkruid genoemd, is een tot de fam. der Solanaceeën* ofNachtschadeachtigen behorende overblijvende plant, die in Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika thuis hoort en in Noord-Amerika is ingevoerd. De plant heeft een dikke, vertakte wortelstok, een rechtopstaande stengel, die 0,5-2 m hoog en vertakt is.

De bladeren zijn eivormig en staan vaak gepaard door omhoog groeien van een der bladeren aan de stengel en wel zo, dat een groot en een klein blad bij elkaar staan. De bloemen zijn alleenstaand en staan schijnbaar in de bladoksels, doch zijn in werkelijkheid eindstandig, terwijl de okselspraiten de stengel verlengen. De bloem heeft een 5-spletige kelk, een 2,5-3,5 cm lange, vergroeide kroon die van buiten bruinviolet, van binnen vuilgeel en purperrood is geaderd; er zijn 5 meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel, dat 2-hokkig is; dit groeit uit tot een glimmend zwarte bes met violet sap, die echter bij sommige var. geel is. Men vindt de plant vaak op humus- en stikstofrijke grond tot zelfs in de bergen op 1600 m hoogte. Daar de plant voor de mens belangrijke alkaloïden* bevat, wordt ze ook vaak aangeplant en levert dan de folia belladonnae, die minstens 0,3 pet hyoscyamine naast sporen atropine bevatten. De bladeren zijn zeer goed kenbaar doordat ze in het mesophyl met kristalzand gevulde cellen bezitten, die men met de loupe als kleine witte puntjes kan waarnemen.

Men gebruikt de bladeren wel als zodanig, maar wint er ook de atropine of de hyoscyamine uit, die medicinaal worden gebruikt. Atropine C17H23NÓ3, sm.pt 116 gr. B. werkt verwijdend op de pupil, wat berust op de verlammende werking, die het uitoefent op de uiteinden van de nervus oculomotorius in de kringspier van de iris; ook veroorzaakt het verlamming van de spierwerking van het spijsverteringskanaal, van de bronchiën, de urineblaas enz. Bij grote dosis wordt ook het hart verlamd. Geringe concentraties zijn ook voldoende om het perifere zenuwstelsel te verlammen, bijv. om zweet- en speekselafscheiding te doen ophouden. 0,002 gr. atropine verwekt hallucinaties, en 0,1 g kan reeds de dood veroorzaken.

MEJ. DR A. KLEINHOONTE

Lit.: Hegi, Illustr. Flora v. Mitteleuropa, Bd V 4; Winter stein-Trier, Die Alkaloïde, 2. Aufl. (Berlin 1931), p. 290-301; Henry, The Plant Alkaloids (London 1924), p. 67; Madaus, Lehrb. d. Biol. Heilmittel I, p. 675-690 (Leipzig 1938).

De bladeren van Atropa Belladonna (Folia Belladonnae) worden in gedroogde en gepoederde toestand gebruikt als geneesmiddel. De bladeren worden ten dele van in het wild groeiende planten verzameld bijv. in Midden- en Zuid-Europa, ten dele van, ook in Nederland, gekweekt materiaal verkregen. De alkaloïden, welke zij bevatten en waarvan de voornaamste zijn hyoscyamine, atropine en scopolamine, bevinden zich niet alleen in de bladeren, maar ook in de andere delen van de plant. In sommige landen gebruikt men dan ook wel het gehele kruid.

In de pharmacie bereidt men uit de bladeren een extract en een tinctuur, die, evenals atropine, als krampbedarende middelen worden gebruikt. Het zijn sterk werkende geneesmiddelen, die reeds in kleine doses werkzaam zijn. Uit de wortel bereidt men een waterig aftreksel (Maceratum Belladonnae) dat gebruikt wordt bij parkinsonisme (Bulgaarse wortelkuur). PROF. DR J. KOK

< >