(Bolo-Bolo) is een provincie van de Britse kolonie Nigeria in N.W.-Afrika, in 1902 ingelijfd en gelegen tussen Sokoto en de Binoeë. In dit landschap verheffen zich het Gora- en Sarandagebergte, met dichte (1300-2100 m hoge) wouden bedekt.
Het klimaat van dit hoogland komt met dat van Zuid-Italië overeen; alle Zuideuropese gewassen kunnen er goed gedijen. De inboorlingen behoren tot een zeer klein, maar krachtig gebouwd Negerras. In het begin van de 19de eeuw hebben de Mohammedaanse Foelbe het land na een hardnekkige strijd veroverd. Het werd aan den sultan van Woerno (in Sokoto) schatplichtig. De Foelbe stichtten de hoofdstad Jakoba {Garo-n-Bautsji, 1000 m boven de zeespiegel) te midden van het gebergte, en daar zij deze stad tot vrijplaats voor ontvluchte slaven uit de naburige rijken verklaarden, werd zij spoedig een der grootste plaatsen in de Haussastaten.Het gebied is 65 500 kma groot en telt ruim i millioen inw. Het bevat in het W. bij Boekoera (Bukura) rijke tinertsafzettingen, die door een zijlijn van de spoorweg Lagos-Kano voor exploitatie in aanmerking kwamen. Het wordt door de telegraaflijn naar het Tsaad-meer doorkruist en heeft behoorlijke autowegen. De hoofdplaats Bautsji telt 50 000 inw.