Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bastei

betekenis & definitie

(1) heet een steile zandsteenrots van het Elbe-zandsteenplateau (Sächsische Schweiz) boven de rechteroever der Elbe tussen Rathen en Wehlen, welke zich 170 m boven de rivierspiegel verheft en van welks top men een prachtig uitzicht over het dal der Elbe, „Saksisch Zwitserland” en het Ertsgebergte heeft.

(2) (vestingbouw), grote ronde toren in de ommuring van een stad of kasteel, voorloper van het bastion, doch in vorm geheel daarvan verschillend; zowel van open geschutopstellingen, op het bovenvlak, als inwendig van overwelfde geschut -kazematten tot grachtverdediging, woonverblijven en magazijnen voorzien. In het buitenland toegepast en o.m. beschreven en afgebeeld door Albrecht Dürer in zijn boek: Etliche Unterricht zur Befestigung der Stadt, Schlosz und Flecken (Nürnberg 1527). De 00k in Nederland gebouwde, ongeveer gelijktijdige, rondelen, waren meestal hoger en van kleinere horizontale afmetingen.

< >