of borzoi heet een in Rusland uit inheemse windhondenrassen met behulp van enkele Britse honden gefokte, op korte afstand zeer snelle, windhond, oorspronkelijk voor hazenjacht, soms ook op vossen. Sedert 1840 wordt hij hoger en forser gefokt om de wolf te jagen.
Driften lopende honden van Russisch of Brits bloed drijven de wolven het bos uit, waarop telkens wanneer er een verschijnt, jagers te paard hun drietal (sworra) borzois op hem loslaten, soms enige sworra’s na elkaar, en de dieren naijlen om het roofdier, wanneer het geworpen is, te muilbanden of te doden. Deze hoge (reu 75 cm schofthoogte en meer), slanke honden met lang, smal hoofd en lange vacht, van glanzend, meestal wit of vnl. wit haar en lange, langbehaarde staart, zijn om hun verschijning sedert in het einde der 19de eeuw de tsaar van Rusland er enige aan koningin Victoria van Engeland en aan de hoge Britse adel schonk, zeer in trek geraakt. Gelukkig heeft het ras in alle landen van West-Europa en ook in Duitsland toegewijde vrienden verworven, die ondanks de dreigende ontaarding zijn type hebben bewaard.