Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Banggaai

betekenis & definitie

is een zelfbesturend landschap in de Molukse Zee, en bestaat uit een eilandengroep, de Banggaai-archipel, en een gedeelte der oostkust van Celebes. De archipel is door de bijna 1000 m diepe Straat Peling gescheiden van het N.O. schiereiland van Celebes.

Daar opdeBanggaai-eilandengroep de voor de fauna van Celebes zo karakteristieke dwergbuffel en het hertzwijn ontbreken (ook apen komen er niet voor), is Straat Peling een belangrijke zoögeografische grens. De belangrijkste eilanden (te zamen de onderafdeling Banggaai vormend) zijn: Banggaai,Pélèng, Bangkoeloe en Labobo, alle bewoond en omringd door tal van kleinere eilanden. De laatste worden gebruikt om te vissen, om zout te winnen en ook wel om tijdelijke tuinen aan te leggen. Het gedeelte, dat op Celebes gelegen is, vormde vroeger de onderafdeling Loewoek. Het bestuur wordt uitgeoefend door een radja, wonend in de hoofdplaats Banggaai op de westkust van het gelijknamige eiland. Dit eiland is hoofdzakelijk opgebouwd uit graniet, heefteen oppervlakte van 265 km2en telde in 1930 5076 inheemse inw. (Banggaaiers), die zich met de teelt van aardvruchten en klappers en met visvangst bezig houden.

Het grootste eiland, Pélèng, is vnl. opgebouwd uit glimmerrijk, schieferig gesteente. In het Z. van het eiland vindt men mica, in het W. zijn bruinkolen aangetroffen. Het bergachtige eiland reikt tot een hoogte van 950 m boven zee en heeft een oppervlakte van 2325 km2. Het wordt bewoond door Banggaaiers en SeaSeaërs. De laatstgenoemden vielen bij de volkstelling van 1930 door hun relatief groot aantal onvolwassenen op. In dat jaar werd het eiland bewoond door 37 577 Inheemsen, w.o. ong. 15 000 Christenen. Naast landbouw en visserij wordt ook het pottenbakken, kopergieten en ijzersmeden in sommige kampongs uitgeoefend.Op de vaste wal van Celebes wonen o.a. de Loinanezen. Aan de kust zowel van deze streek als van de eilanden wonen vele vreemdelingen zoals Badjo’s, Makassaren, Ternatanen, Chinezen en Arabieren, die aan visvangst en handel doen. Copra is het voornaamste handelsproduct en wordt weer uitgevoerd, nu K.P.M.-schepen Banggaai regelmatig aandoen.

Het gehele zelf besturende landschap Banggaai telde in 1930: 95 307 inw., w.o. 93 288 Inheemsen, 89 Europeanen, 1509 Chinezen en 421 andere Vreemde Oosterlingen. Het vormt thans een deel van de daerah Midden-Celebes van de staat OostIndonesië. DR O. KUPERUS

Lit.: Alb. C. Kruyt, De bewoners van den Banggai Archipel, Tijdschr. K.N.A*G. (1932); G. L. Smit Sibinga, Tijdschr.

K.N.A.G. (1933); R. Schrader, Het landschap Banggaai. Ned.Ind. Geogr. Mededeelingen (1941); J. J.

Dormeier, Geschiedk. aantek. betreff. Banggaai en Gapi. Bijdr. tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië 102 (1943); ld., Banggaisch Adatrecht (1947).

< >