is een stad van (1938) 11 665 inw. in het Franse dep. Saône-et-Loire, 287 m boven de zeespiegel aan de Arroux gelegen; zetel van een onder-prefect en van een bisschop, die onder het aartsbisdom Lyon ressorteert.
Het is een voornaam centrum voor de veehandel van het weidegebied ten Z. van de Morvan en er is kalk-, cement- en chemische industrie.Autun (Augustodunum) is kort vóór het begin van onze jaartelling onder keizer Augustus (27 v. Chr. - 14 n. Chr.) gesticht als hoofdstad van de Romeinse Civitas Aeduorum en opvolgster van de oude hoofdplaats der Gallische Aeduërs Bibracte op de Mont Beuvray, 24 km verwijderd en vroeger ten onrechte met Autun vereenzelvigd. Het was een der grootste steden van het Romeinse Gallië (200 ha oppervlak) en een cultureel centrum. De rhetorenscholen van Autun, omstreeks 300 onder leiding van Eumenius, waren in het gehele keizerrijk beroemd. Reeds vóór 314 was Autun een bisdom; Reticius (en niet Amator) was waarschijnlijk de eerste bisschop.
In 269 veroverden en plunderden de troepen van den Gallo-Romeinsen keizer Tetricus de stad; later in de 3de eeuw werd Autun opnieuw verwoest door de Bagauden, opstandige boeren. Met de bloei van Augustodunum was het nu gedaan, ondanks de maatregelen van Constantijn den Grote, die in 311 de stad bezocht. In 356 dreef keizer Julianus hier de Alamannen terug. Het tot de helft van zijn vroegere omvang ineengeschrompelde Autun geraakte tegen het einde van de 5de eeuw binnen het koninkrijk der Burgundiërs en maakte sinds omstreeks 532 deel uit van het Frankische rijk. Leodegarius (St Léger), bisschop van Autun, die een grote rol speelde in de woelingen onder de late Merovingen, gaf zich hier, om de door zijn vijanden belegerde stad te sparen, in 676 over aan den hofmeier Ebroïn. In Aug. 725 (waarschijnlijk niet 731) hebben de Arabieren Autun op een van hun plundertochten verwoest.
Onder de Karolingen was in de 9de eeuw het gebied van Autun een graafschap, dat het middelpunt vormde van het Bourgondische hertogdom van Richard le Justicier (gest. 921, z Bourgondië, geschiedenis), den bestrijder van de Noormannen, die in de tweede helft der 9de eeuw herhaaldelijk tot hier doordrongen. Autun werd met andere Bourgondische graafschappen door koning Robert den Vrome (996-1031) aan de kroon getrokken en vormde te zamen met deze in 1031 het gebied van Robert, den eersten hertog van Bourgondië uit het huis Capet. De stad Autun, in 1077 en 1094 het toneel van hervormingsconcilies, heeft de eerste plaats in het hertogdom moeten afstaan aan Dijon en is gedurende de middeleeuwen slechts van bescheiden betekenis geweest, daar het buiten de grote handels- en verkeerswegen lag. In het Chastel, de oude bisschopsstad, oefende de bisschop de wereldlijke macht uit; in de door het marktveld (Champ de Saint-Ladre) daarvan gescheiden wijk Marchaux de hertog, die hier sinds het begin van de 13de eeuw vertegenwoordigd was door een baljuw. Eerst in de 16de eeuw zijn beide delen door een gemeenschappelijke omwalling verenigd. In de 15de eeuw werd de stad zeer begunstigd door de familie van den hier geboren kanselier van Philips den Goede, Nicolas Rolin (1376-1462), die o.m. de thans verdwenen kerk Notre-Dame liet verbouwen en haar de beroemde door Jan van Eyck geschilderde Vierge d’Autun („Madonna van den kanselier Rolin”) schonk, thans in het Louvre.
Zijn zoon, de kardinaal Jean Rolin, bisschop van 1436-1483, liet de belangrijke verbouwingen aan de kathedraal uitvoeren. De laatste gedenkwaardige gebeurtenis uit de geschiedenis van het in de late middeleeuwen meermalen door oorlogsgeweld geteisterde Autun is de heldhaftige verdediging in Mei-Juni 1591 tegen de troepen van Hendrik IV in de oorlog van de Ligue. In 1595 onderwierp de stad zich echter aan den koning, op raad van den te Autun geboren Pierre Jeannin.
DR A. G. JONGKEES.