Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Augustus allebé

betekenis & definitie

Nederlands schilder en lithograaf (Amsterdam 19 Apr. 1838 - 10 Jan. 1927), ontving zijn eerste opleiding aan de Rijks-Akademie van Beeldende Kunsten in zijn geboortestad. Van 1858-1860 volgde hij te Parijs de lessen der Ecole Normale en leerde van den lithograaf Mouilleron.

In 1860 werkte hij te Amsterdam onder leiding van P. F. Greive, terwijl hij in 1868 naar Brussel ging. Twee jaren later werd hij benoemd tot hoogleraar aan de RijksAkademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, waarvan hij van 1880-1908 directeur was. Allebé was een schilder van genretaferelen, van interieurs met figuren, soms van figuren buiten en van dieren, die hij sinds 1870 in Artis begon te bestuderen; een tekenaar en lithograaf van portretten van bekende tijdgenoten, dieren en reproducties. Hij muntte uit door nauwgezet observeren en geduldig uitwerken, met een voortreffelijk en bijna overcritisch tekentalent. Hij kon zich niet geheel aan de Romantiek van zijn jeugd ontworstelen. Hij schreef in de Kunstkroniek over kunst. Hij onderging de invloed van Decamps, Delacroix en Leys en heeft als leraar veel invloed gehad op de Amsterdamse School. Zijn leerlingen waren Van Looy, Veth, Haverman, Witsen, Derkinderen,Lizzy Ansingh, Van Hoytema e.a.

Lit.: Gh. H. de Stuers, Het lithografisch werk van A. A. Beschrijvende catalogus met inleiding (Diss. Utrecht 1929).

< >