hoofdplaats van het Franse arrondissement van die naam in het dep. Creuze, gelegen aan de Creuze, 6450 inw., was in de 10de eeuw hoofdstad van een burggraafschap, dat in 1620 aan den graaf de la Marche werd verkocht.
De stad kreeg in de 13de eeuw haar rechten en werd in 1350 door de Engelsen veroverd en gedeeltelijk verwoest. Van het kasteel bestaan nog slechts enkele resten. Vlak daarbij bevindt zich het historisch museum voor wandtapijten (opgericht 1885). Er bestaan nog een 18-tal weverijen (manufactures) van deze tapijten, welke in Dec. 1946 meer dan 3000 krachten bezighielden: de voornaamste zijn Braquenié, Hamot, Fréd. Danton, Pinton (te Felletin-Aubusson), Tabard, Desborderies, Goubely, Jansen, Berthaud, Dumontet en Andraud-Dethève; deze alle leveren haute lisse- („de la Savonnerie” enz.) en basse lisse-weefsels. Langs meer machinale weg worden wandtapijten vervaardigd door Croc en Jorrand, Sallandrouze enz.Lit.: C. Pérathon, Histoire d’Aubusson (Limoges 1886).