Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ATTALUS (priscus attalus)

betekenis & definitie

een Griek, was onder keizer Honorius (395-423) te Rome praefectus urbi en, toen Honorius weigerde den Westgoot Alarik een leidende positie te verschaffen, werd hij door dezen tot keizer gemaakt van het Westomeinse rijk, waardoor Alarik en Athaulf hoge posities kregen (409 n. Chr.).

Attalus was Christen geworden ter wille der Goten, maar in zijn hart heiden gebleven, en hoopte te heersen over een verenigd Romeins rijk met de oude godsdienst. Toen echter Honorius in Ravenna, waarheen hij gevlucht was, werd belegerd, werd Rome van de korentoevoer uit Afrika afgesneden, omdat Attalus weigerde daar Gothische troepen heen te sturen, en slechts een zwak leger gezonden had. Derhalve werd Attalus in de zomer van 410 door Alarik weer onttroond en Honorius in ere hersteld. Hij bleef echter bij de Goten, werd in 414 in Gallië nog eens tot keizer gemaakt maar in 415 gevangen genomen, in triomf door Honorius door Rome gevoerd en verbannen.Lit.: O. Seeck, Gesch. des Untergangs der antiken Welt, V, p. 404-412 (Berlin 1913); J. B. Bury, History of the later Roman Empire, I, 2nd ed. (London 1923), p. 178-200.

< >