Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ATHARVAVEDA

betekenis & definitie

is de vierde en laatste der veda’s en werd geruime tijd als niet-kanoniek aangezien. Zij telt 731 hymnen of ca 6000 verzen, verdeeld over QO mandala’s of boeken.

Een zevende deel hiervan en het hele laatste boek zijn overgenomen uit de Rgveda. Het overige echter ademt een gans andere geest: magie, volksgeloof en folklore vieren er hoogtij. De Atharvaveda is een grote verzameling van magische teksten, incantaties, voorschriften en toverspreuken deels met kwaadwerende of heilvolle werking, deels ook onheilbrengende vervloekingen. Chronologisch is de Atharvaveda posterieur aan de Rgveda, zoals blijkt uit het veranderd geographisch en cultureel milieu (Ganges en tijger vermeld; de vier kasten bekend). De magische zangen echter zijn, wat de stof aangaat, even oud, zo niet ouder dan de Rgveda zelf, maar in hun schikking en bewerking verraden ze brahmaanse invloed.Bibl., lit.: Tekstuitgave van Roth en Whitney (1856); Bloomfield en Garbe (1901); Vertalingen: Whitney-Lanman: Atharvaveda-samhitā translated, 2 dln (Cambridge, Mass., 1905). Studie: J. Gonda, Stilistische studie over de Atharvaveda, I-VII (Wageningen 1938).

< >