vroeger een heerlijkheid, thans een gemeente in Noord-Holland, telt op 3188 ha (1946) 5953 inw. Behalve de buitendijkse landen en de drooggemaakte IJe, waar klei ligt, bestaat de bodem uit laagveen.
Hoofdmiddel van bestaan is de veehouderij. In het N. van de gemeente is enige industrie, zoals linoleum- en meubelfabricage, die bij de industrieën van het nabijgelegen Krommenie aansluiten. Verder zuivelbereiding.Het dorp Assendelft telt ± 1600 inw., strekt zich ter lengte van een uur gaans uit van de Noorder IJ- en Zeedijk tot Krommenie en wordt doorsneden door de Zaanlandse communicatieweg, die van de Zaan naar Beverwijk leidt.
In een brief van Willem van Gelder, bisschop van Utrecht, wordt het in 1063 Ascumannedilft genoemd, terwijl het in stukken van Floris I en IV, graven van Holland, de naam Esenundelft of Escunundelft draagt. In de middeleeuwen was het een aanzienlijk dorp en stond er een slot, dat in 1425 door de Kabeljauwsen — vooral de Haarlemmers — is verwoest.
