Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASEN

betekenis & definitie

is de naam van de voornaamste groep der goden (enk. áss, meerv. æsir) in de Oudnoorse mythologie. Verschillende goden worden er toe gerekend, maar in de loop der tijden zijn grote veranderingen opgetreden.

Snorri kent een twaalftal Asen, maar komt tot dit getal eensdeels door er bij te rekenen de goden die oorspronkelijk behoorden tot een ander godengeslacht, de Wanen (zoals Freyr en Njord), anderdeels door het opnemen van minder belangrijke figuren als Forseti, Widar, Wali en Bragi. De voornaamste Asen zijn Odin, Thor, Heimdall, Tyr, Ull en Baldr. Daarnaast stonden de ásynjar, vrouwelijke godheden, waarvan de voornaamste zijn Freyja, Frigg, Idhun en Nanna. Aan het hoofd der Asen stond Odin, die langzamerhand, maar vooral in de Vikingtijd, een overheersende positie in de godenstaat heeft gekregen. Men mag echter aannemen dat hij van oudsher tot de Asen heeft behoord, zelfs dat hij in het bijzonder als de vertegenwoordiger van deze goden mag worden beschouwd. De Asen zijn ook bij de andere Germaanse stammen bekend geweest; bij de Angelsaksen als ese, bij de Goten als anses. Van de laatsten wordt verteld, dat zij een soort halfgoden waren, vergoddelijkte koningen en helden.

Dat leidt tot de veronderstelling dat zij eigenlijk dodengeesten zijn geweest, een voorstelling, waarvan zelfs in de oud-noorse traditie nog sporen zijn aan te wijzen. Odin, als de oudste dodengod, moet dus wel in zeer nauwe betrekking tot deze dodengeesten hebben gestaan. Hij wordt dan ook soms als de Ass bij uitstek genoemd (bijv. in een heidense eedformule en in een beschrijving van het offerritueel). De woonplaats der Asen is Asgard, oorspronkelijk opgevat als een afzonderlijke wereld tegenover die van de mensen en die van de reuzen, maar later in de hemel geplaatst. DR B. VAN DEN BERG.

< >