Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARDÈCHE

betekenis & definitie

heet een departement van Frankrijk, genoemd naar de rivier van die naam, en samengesteld uit de landschappen Vivarais, Comminges, Nebouzant en Rivière-Verdun. Het heeft op 5556 km2 (1936) 272 698 inw. (in 1926 nog 289 000, in 1906 nog 347 140 en in 1876 zelfs nog 384 378 inw.; het neemt dus af in bevolking). Van de bevolking belijdt ⅕ de Protestantse godsdienst.

De bodem is er bergachtig, vooral in het N.W., in de Cévennes met de vulkanische Mont-Mezène (1754 m), bij de Gerbier de Joncs (1528 m) en in het Plateau van Tanargue (1528 m). De Cance, de Doux, de Erieux, de Ouvère, de Lavezon, de Escoutay en de Ardèche vloeien naar de Rhône. Daarvan is alleen de Ardèche enigszins bevaarbaar. De bodem bestaat uit gneis, zand- en leisteen en kalk en wordt doorbroken door eruptieve gesteenten; de talrijke uitgedoofde kraters benevens de bazaltvormingen, grotten en reuzendammen geven aan het landschap een romantisch voorkomen. De bossen bestaan uit pijnbomen, sparren en beuken, en huisvesten nog wolven, vossen, dassen, civetkatten enz. De winter duurt er in het hoogste gedeelte 6-8 maanden; daar is alleen wat veeteelt.

In de oostelijke terraslanden en in de dalen is daarentegen de temperatuur zó hoog, dat er zelfs de olijfboom groeit, zomede wijnstok, vijg, amandel, kastanje en noot. Geen vierde gedeelte van de grond is door de landbouw in beslag genomen. Er zijn laken-, zijde-, katoen- en papierfabrieken, looierijen, ververijen, handschoenen- en ijzerfabrieken. Ook de zijde- en de bijenteelt heeft er betekenis. Privas is de hoofdstad, Annonay de grootste plaats. DR H. J. KEUNING.

< >