Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

APOLLINAIRIS de jongere

betekenis & definitie

een zoon van den voorgaande, de stichter van de Apollinaristen, een uitstekend redenaar, wijsgeer en dichter, werd ca 310 te Laodicea in Syrië geboren. Reeds in 335 was hij er leraar in de rhetorica en bewandelde de wetenschappelijke weg van zijn vader, terwijl hij aan soortgelijke vervolgingen als deze was blootgesteld.

Na 362 was hij de orthodoxe bisschop van Laodicea, terwijl Pelagius er als bisschop aan het hoofd stond van de Arianen. In de bestrijding van het Arianisme was hij een der krachtigste verdedigers van de Godheid van Christus, maar verviel in een ander uiterste en gaf de mensheid prijs om de eenheid in Christus te handhaven, daar twee volkomen wezens volgens hem niet tot één geheel kunnen worden verbonden. Hij verdedigde in navolging van Plato, dat er in den mens een lichaam, een ziel (beginsel van dierlijk leven) en een geest (beginsel van redelijk leven) zijn. In de menselijke natuur van Christus ontbrak nu de geest, die door den Logos, de godheid werd vervangen. Hieruit volgde consequent dat de Logos geen mens, maar vlees was geworden, dat er geen verlossingswerk was enz. Wanneer deze leer juist naar buiten trad, is niet nauwkeurig te zeggen.

Zij werd echter op de synode van Alexandrië (362), op meerdere synoden te Rome (374, 376, 380) en op het tweede algemene concilie van Constantinopel (381) verworpen. In 375 trad hij uit de kerkgemeenschap. Toen stichtte hij met talrijke aanhangers een afzonderlijke gemeente te Antiochië, van welke Vitalis de eerste bisschop was. Ook elders ontstonden dergelijke gemeenten. Hij overleed in hoge ouderdom te Laodicea omstreeks het jaar 390. Zijn aanhangers, de Apollinaristen, verdeelden zich na zijn dood in twee partijen.

De ene, met Valentinus aan het hoofd en Valentinianen genoemd, bleef getrouw aan de oorspronkelijke leer, terwijl de andere, naar Polemo die der Polemianen geheten, in strijd met de stellingen van Apollinaris de menselijke en goddelijke natuur van Christus met elkander vermengde en om die reden ook met de naam Sunousiasten (Vermengers der beide naturen) werd bestempeld. Ook noemde men al de Apollinaristen wel eens Vitalianen, van Vitalis, of ook wel Dimocrieten, omdat zij van drie delen, waaruit volgens hun opvatting de mens bestaat (lichaam, ziel en geest), slechts de eerste twee aan Christus hadden toegekend. Hun eredienst, die, voor zover hun leerstellingen het veroorloofden, met die der rechtzinnige Kerk overeenkwam, werd in 388 en 397 door keizerlijke bevelschriften beperkt en in 428 in alle steden geheel en al opgeheven. De overblijfselen dezer sekte bestonden nog ver in de 5de eeuw, tot zij eindelijk in die der Monophysieten werden opgelost. In de tijd der Hervorming beschuldigden Rooms-Katholieken en Protestanten elkander wederzijds van Apollinaristische leerstellingen. Van de geschriften van Apollinaris zijn voor korte tijd enkele ontdekt, die verspreid en bekend waren als door rechtzinnige kerkvaders geschreven, ondergeschoven waarschijnlijk met de bedoeling ze veilig te kunnen verbreiden.Lit.: H. Lietzmann, Apollinaris v. Laodicea und seine Schule (1904); Ch. A. Raven, Apollinarism. An essay on the christology of the early church (Cambridge 1923).

< >