Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Antagonisme

betekenis & definitie

(1 plantkunde). Voor een goede ontwikkeling van een organisme is het noodzakelijk, dat alle onmisbare voedingszouten in het milieu aanwezig zijn.

Ook de totale concentratie van deze stoffen is aan zekere grenzen gebonden; is het zoutgehalte te groot, dan wordt het organisme beschadigd. Men treft bij verschillende organismen soms zeer grote verschillen in zouttolerantie aan (z zoutplanten). Belangrijk is echter, dat de ionen in de oplossing niet in willekeurige concentratie-verhoudingen mogen voorkomen. Dit komt, doordat een oplossing, waarin zich slechts één zout bevindt, giftig is; het zijn vooral de kationen, die deze giftige werking uitoefenen. Deze kan nu worden opgeheven, door andere kationen aan de oplossing toe te voegen. Zo nam Osterhout waar, dat de giftigheid van Mg-ionen minder werd door toevoeging van Kionen, terwijl omgekeerd het Mg de schadelijke invloed van K verminderde.

Hansteen vond, dat de giftige werking van Mg-, K- en Na-ionen op tarwewortels door Ca-ionen kon worden opgeheven; daarvoor was 1 dl Ga op 2 dln Mg en 1000 dln K nodig. Een duidelijke antagonistische werking was reeds bij zeer verdunde oplossingen (0,00125 norm) te zien.Een oplossing, waarin de onderlinge verhouding der ionen een voor de plant geschikt milieu geeft, noemt men een gebalanceerde oplossing. Zeewater is voor de in zee levende organismen een gebalanceerde oplossing, al blijkt het niet altijd de gunstigste oplossing te zijn.

Antagonisme kan niet alleen tussen mono- en bivalente kationen, maar ook tussen de meest uiteenlopende kat- en anionen voorkomen. Het is soms in sterke mate afhankelijk van de totale zoutconcentratie. Zo bijv. bij Dunaliella (.j algen), een flagellaat. die in sterke pekels (zoutmeren, e.d.) leeft. Hier wordt het sterk toxische Ca door Mg ontgift. Dit is afhankelijk van de concentratie van het keukenzout (NaCl) in de pekel; hoe hoger deze is, des te groter moet de verhouding Mg/Ca zijn.

De oorzaak van het ionenantagonisme kan zeer verschillend zijn. Osterhout constateerde bij enkele zeewieren (Laminaria), dat Na-ionen de permeabiliteit van de protoplast vergrootten; Ca-ionen maakten deze kleiner. In een gebalanceerde oplossing bleef de permeabiliteit gelijk. Höber meent, dat de ionen invloed uitoefenen op de dispersiteitsgraad van hydrophiele solen, die het voornaamste bestanddeel van het organisme vormen. Uit onderzoekingen van Bungenberg de Jong blijkt, dat het antagonisme van de kationen mede bepaald wordt door de aanwezige anionen.

PROF. DR A. W. H. VAN HERK

Lit.: R. Höber, Physikalische Chemie der Zelle und Gewebe; W. Stiles, Permeability (1924); H. G. Bungenberg de Jong, Protoplasma, dl 26 (1936).

(2 geneeskunde) betekent bestrijding of tegenwerking. Antagonisme kan derhalve bestaan tussen tweeërlei streven, leerstellingen, opvattingen, tussen elkaar tegenwerkende organen, enz. In de geneeskunde wordt het woord herhaaldelijk gebruikt. Aan groepen van spieren, welke tegengestelde bewegingen veroorzaken, bijv. buig- en strekspicren der ledematen, wordt de naam antagonisten. gegeven. De inwendige organen staan onder de invloed van twee systemen van zgn. autonome zenuwen, die niet van de wil afhankelijk zijn. Deze twee systemen hebben meestal een tegengesteld effect op de verrichtingen van een orgaan; zij zijn dus eikaars antagonisten. De hartwerking bijv. wordt door prikkeling van de nervus vagus geremd, door die van de sympathische vezels (nervus accelerans) aangezet.

Ook bij geneesmiddelen en vergiften spreekt men van antagonisten, wanneer twee stoffen een tegengestelde invloed uitoefenen en elkaars werking dus geheel of ten dele opheffen.

DR H. J. VIERSMA