Italiaans schrijfster (Londen 2 Febr. 1868 - Turijn Juni 1941), dochter van een uitgeweken patriot uit Mantua en een Duitse moeder, was het „wonderkind” in een Engelse en Duitse bohème-kring te Londen, reisde veel en genoot, toen zij zich in 1887 in Italië had gevestigd en een bundel Lirica met een voorwoord van Carducci had gepubliceerd (1890), een korte en niet geheel verdiende faam als dichteres. Met haar eerste roman, Marion artista da caffè concerto, bleek zij echter haar weg als vertelster te hebben gevonden.
Zij publiceerde — destijds gehuwd met een Iers advocaat, groot strijder voor de Ierse vrijheidsbeweging — in het Engels The Devourers (1908), door haarzelf in 1911 in het Italiaans vertaald als I Divoratori; naar algemeen oordeel haar beste boek.Een groot aantal romans, toneelstukken, short stories, schetsen enz. volgde. De kwaliteit van haar boeken is vrijwel constant; zij getuigen van een altijd levendige en imaginatieve geest, meestal gecombineerd met mildheid, deernis en edelmoedigheid.DR MR H. VAN DEN BERGH
Bibl. (voorn. werken): Circe (1894); Ziugaresca (1918); Bocche inutili (drama, 1918); Naja tripudians (1920); Gioia (novellen, 1921); Terra di Cleopatra (1925); Perdonate Eglantina! (1926); Mea Culpa (1927).
Lit.: B. Groce, La lett. d. nuova Italia, II (1921), pp. 326333; G. Prezzolini, La Cultura italiana (1923)» P 248; L. Russo, I narratori (1923), pp. 201-202; Renda-Operti, Diz. stor. d. lett. it. (3Torino 1952).