of Boven-Toengoeska, rechter zijrivier der Jenissei in Oost-Siberië, ontspringt ten N.O. van het Baikal-meer, valt als Selenga in de N.O.-hoek in dit meer en verlaat het bij het Z.W.-uiteinde door een nauwe rotskloof, loopt dan als Angara noordwaarts langs Irkoetsk en mondt boven Jenisseisk na een kronkelende loop als Boven-Toengoeska (Werchnaja Tunguska) uit in de hoofdrivier. De breedte der 4-9 m diepe Angara bedraagt van 490-2600 m.
Bij Irkoetsk en nabij haar mond is zij het smalst. Eigenlijk is zij de hoofdstroom en niet de veel kleinere Jenissei. De Angara is zeer visrijk (zalm) en over haar gehele lengte, 2080 km (met inbegrip van het meer 2250 km), bevaarbaar. Zij is echter van eind December tot begin April met ijs bedekt. Een grote hindernis vormen echter de stroomversnellingen beneden Bratskoi-Ostrog.De rivier werd in 1643 door den Kozak Koerbat Iwanow ontdekt en in 1645 door Kolesnikow tot aan het Baikal-meer bevaren. Kort daarna werden aan haar oever de eerste Russische koloniën gesticht.