Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Amarna

betekenis & definitie

(El Amarna of Tell-el-Amarna) ruïnenveld in Midden-Egypte op de oostelijke oever van de Nijl, de overblijfselen van de residentie, Achet-aton (lichtwoning van Aton), die Amenhotep IV had gesticht, toen hij Thebe verliet. Hij zocht daarvoor een plaats uit, die nog onbewoond was.

Na zijn dood en de mislukking van zijn hervorming is de stad verwoest en voorgoed verlaten. Daardoor is hier veel meer van de huizen bewaard gebleven dan op andere plaatsen: het plan van het Egyptische huis leren wij hier nauwkeurig kennen. Allerbelangrijkst zijn de kunstwerken, die eerst de opgravingen van Flinders Petrie, dan die der Egyptian Exploration Society, eindelijk (1911-14) die der Deutsche Orient Gesellschaft hier aan den dag hebben gebracht. Zij geven rijk materiaal voor de kennis van deze merkwaardige periode der Egyptische kunst. Men legde verschillende huizenblokken en enkele resten van paleizen en tempels bloot. Een van de huizen was het beeldhouwersatelier van een zekeren Thotmosis, waarin zich nog waardevolle sculpturen bevonden: zo enkele portretkoppen van koningin Nefertete (voornaamste te Cairo en Berlijn). Ook de rotsgraven, die hier in allerijl voor de voornaamste hovelingen zijn aangelegd, zijn een rijke bron voor onze kennis van kunst en godsdienst van de kettertijd. Een toevallige vondst van inboorlingen was in 1887-1888 de ontdekking van een groot aantal kleitabletten, bedekt met spijkerschrift, de zgn. Amarna-brieven, een deel van het staatsarchief, de aan den Egyptischen koning gerichte brieven van Babylonische en andere koningen. Vooral die van de Egyptische vazallen in Palestina geven een merkwaardige kijk op de toestanden, die daar toen heersten. Ook deze correspondentie met vazallen geschiedde in het Babylonisch.Lit.: N. de G. Davies, The Rock Tombs of el-Amarna, 6 dln (1903-08); T. Eric Peet e.a., The City of Akhenaten I; H. Frankfort e.a., The City of Akhenaten, II (Oxford 1928); Mitteilungen der Deutschen Orient-Gesellschaft, nr 34, 46, 50, 52, 55; H. Schäfer, Amarna in Religion und Kunst (1931).

< >