Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Allium

betekenis & definitie

of look (fam. Liliaceeën), noemt men bolgewassen met eigenaardige reuk, met een bladloze of aan de voet bebladerde stengel en een eindelings meest bolvormig scherm van drietallige bloemen.

De bladeren zijn wortelstandig, maar omgeven de stengel met hun vaak zeer lange scheden. De vrij kleine bloemen zijn gewoonlijk wit of paars- of roodachtig, vóór de bloei door een droogvliezig schutblad omgeven, soms ook gedeeltelijk of zelfs geheel door bolletjes, „broedknoppen” of „bulbillen” vervangen. De bloemen scheiden nectar af, die zij bewaren in de tussenruimten tussen het vruchtbeginsel en de basis der binnenste meeldraden. De bestuiving geschiedt door verschillende insecten; meestal heeft kruisbestuiving plaats. Enige soorten komen in Nederland algemeen in het veld voor, nl. Allium ursinum (daslook) met brede platte bladeren, A. schoenoprasum (bieslook, snijlook) met buisvormige bladeren, A. vineale (kraailook), A. oleraceum (moeslook), minder algemeen A. scorodoprasum (slangenlook) en A. carinatum (berglook).Als keukenplanten worden bovendien gekweekt A. cepa (ajuin, ui, siepel), A. porrum (prei), A. ascalonicum (sjalot) en A. sativum (knoflook) en nog talrijke andere soorten als sierplant, bijv. de Zuideuropese A. neapolitanum, zonder reuk, voor winterbouquetten, welke ook in een bloempot in de huiskamer kunnen worden gekweekt en de A. Moly met goudgele bloemen.

< >