Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Alfred tennyson

betekenis & definitie

Engels dichter (Somersby, Lincolnshire, 6 Aug. 1809 - Aldworth bij Haslemere 6 Oct. 1892), was de zoon van een dominee; de atmosfeer van het woeste en eenzame gebied waar hij opgroeide drukte een stempel op zijn gevoelsleven. Een andere belangrijke factor in zijn ontwikkeling was het contact dat hij tijdens zijn studiejaren te Cambridge had met de kring der „Apostles”, jongemannen die onder leiding van de Christensocialist F.

D. Maurice een soort studieclub vormden waar onderwerpen als de Oorsprong van het Kwade en de persoonlijkheid van God werden besproken. Hier rijpte de overtuiging — zo kenmerkend voor zijn dichtkunst — dat kunst een moreel doel moet nastreven, een gedachte die tot op zekere hoogte zijn lyrische ontplooiing heeft belemmerd. Zijn eerste en tweede bundel werden slecht ontvangen, ondanks het feit dat de tweede enige van zijn beste verzen bevatte: The Lotos Eaters, The Lady of Shalott en Oenone. Men zag als bezwaar de invloed van Keats, die reeds op gelijke wijze was miskend. Eerst in 1842 publiceerde hij zijn volgende bundel, Poems; hij werd geestdriftig ontvangen. Het eerste deel van de cyclus over koning Arthur en zijn Tafelronde, dat er in was opgenomen, vestigde met één slag zijn naam als de voornaamste dichter van het Victoriaanse tijdperk. In 1850 publiceerde hij In Memoriam, elegieën op de dood van zijn vriend A. Hallam; hij huwde en werd Poet Laureate. Dat reeds tijdens zijn leven vele „pelgrims” naar zijn huis op Wight trokken om een glimp van deze nationale figuur op te vangen, moet verklaard worden uit zijn gave om de mening en gevoelens van het Engelse volk te vertolken. In een eeuw die worstelde met het probleem van toenemende democratisering was Tennyson een anti-democraat. Hij was een patriot, prees het huiselijk leven en trachtte ondogmatisch maar oprecht godsdienstige problemen op te lossen. Hij was een waardig vertegenwoordiger van de Victoriaanse geest. Zijn King Arthur in Idylls of the King is het prototype van de ideale Victoriaanse heer. In 1884 werd Tennyson in de adelstand verheven. Ofschoon zijn faam in zijn eigen tijd dus gedeeltelijk gebaseerd was op eigentijdse inzichten, mag men de blijvende waarde van zijn poëzie, de zeggingskracht en schoonheid van expressie niet onderschatten.Bibl.: Poems by two Brothers (1827, in samenwerking met zijn twee broers; anoniem); Poems, chiefly lyrical (1830); Poems (1832); Maud (1855); Idylls of the King (1859); Enoch Arden (1864); The Holy Grail (1869); Gareth and Lynette (1872). Drama’s in verzen: Queen Mary (1875); Harold (1876); Becket (1884). Collected Works, with Notes by Tennyson, ed. Hallam Tennyson (1907-’08).

Lit.: H. Nicholson, T.: Aspects of his Life, Character and Personality (1923); J. O. Eidson, T. in America (1943); Paull F. Baum, T., Sixty Years After (1949); Charles Tennyson, A. T. (Macmillan 1949); E. F. Shannon, T. and the Reviewers: a Study of his Literary Reputation 1827-1851 (1942).