wiskundige en wijsgeer (Warschau 14 Jan. 1902), promoveerde te Warschau (1924), was docent aldaar en is sinds 1942 hoogleraar in de wiskunde te Berkeley (Californië). Zijn zeer talrijke geschriften betreffen deels de meest abstracte gebieden van de hedendaagse wiskunde (verzamelingenleer en abstracte algebra), deels de mathematische logica en het wiskundig grondslagenonderzoek.
Laatstbedoelde gebieden vooral hebben door zijn arbeid een geheel ander aanzien gekregen. Hij is er in geslaagd, de fundamentele begrippen van de logica en van de methodeleer der deductieve wetenschappen met mathematische scherpte vast te leggen, uitgaande van een analyse van zelden bereikte wijsgerige scherpte. Zijn wetenschappelijke verhandelingen tonen een mate van logische strengheid, mathematische scheppingskracht en helderheid van betoogtrant, die men maar zelden verenigd vindt.Bibl.: Der Wahrheitsbegriff in den formalisierten Sprachen (Lwów 1935); Introduction to Logic (New York 1946; ook verschenen in het Pools (1936), Duits (1937), Russisch (1948) en Spaans (1951)); A Decision Method for Elementary Algebra and Geometry (Santa Monica 1948); Cardinal Algebras (New York 1949).
