Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Alexandre Olivier EXQUEMELIN

betekenis & definitie

Frans-Nederlands schrijver (Honfleur 1646 - Montfort l’Amaury ? na 1707), zoon van een Protestants apotheker, leerde in Parijs voor chirurgijn, nam in 1666 dienst bij de „Compagnie des isles de l’Amérique”, omdat Protestantse chirurgijns in Frankrijk niet mochten praktizeren, bracht verscheidene jaren door te midden van de boekaniers op de Antillen, woonde 1677-1681 te Amsterdam, waar hij in 1679 als chirurgijn werd geëxamineerd en de praktijk uitoefende, vertrok daarna weder naar de West om bij de boekaniers te dienen, doch keerde reeds na enkele jaren naar Frankrijk terug en werd in 1684 Katholiek. Later woonde hij vermoedelijk te Montfort l’Amaury ten W. van Parijs.

Hij schreef op boeiende en levendige wijze een geschiedenis der boekaniers, ook belangrijk als historiebron (z flibustiers), eerst in het Hollands verschenen, daarna in vele talen bewerkt en tot op deze tijd herdrukt. Het werk heeft een zeer grote invloed gehad op de literatuur, omdat het er in behandelde thema vele letterkundigen, van Defoe tot Stevenson, Schwob en Pierre MacOrlan, heeft geboeid en het als stof heeft gediend voor talloze piraten- en avonturenromans. De naam van de schrijver werd in Frankrijk verhaspeld tot Oexmelin en in Engeland tot John Exquemeling. MR H. F. WIJNMAN

Bibl.: De Americaense zee-roovers (Amsterdam 1678, herdr. in vert. v. d. Eng. bew.: Historie der boekaniers 1700, 1709, m. inl. v. C. v. Wessem, Antwerpen 1931); Duitse bew.: Amerikanische Seeräuber (Nürnberg 1679, hrg. v. H. Kauders, Erlangen 1926); Sp. bew.: Piratas de America (Golonia Agrippina, d.i. Amsterdam 1681, 1682, Madrid 1793); Eng. bew.: Bucaniers of America (London 1684, ca 20 maal herdr., het laatst d. W. S. Stallybrass 1924 en G. A. Williams 1928); Franse bew. de beste: Histoire desaventuriers (Paris 1686, ca 10 maal herdr. het laatst d. B. Guégan als: Les aventuriers et les boucaniers d’Amérique, 1930).

Lit.: L. G. Vrijman, De kwestie: Wie was E.? volledig opgelost, in: Tijdschr. v. geschiedenis XLVII (1932), 126-128; Idem, Enige opmerkingen betreffende Smeek ’s Magtig konigryk Krinke Kesmes, ald. XLVIII (1933), 162-167; H. Pinet, A. O. E., Chirurgien des aventuriers (Montpellier 1939); H. de la Fontaine Verwey, De bibliographische geschiedenis v. De Americ. zeeroovers, in: Bibliotheekleven XXV (1940).

< >