(1) reeds in de 10de eeuw een graafschap, sinds 1414 een hertogdom, in het Z. van Normandië, verviel na het uitsterven van het grafelijke huis in 1219 aan de kroon. Van 1269-1283 vormde Alençon te zamen met het aangrenzende graafschap Perche de apanage van Peter, vijfden zoon van koning Lodewijk IX.
In 1293 ontving Karel van Valois (gest. 1325) beide graafschappen van zijn broeder koning Philips IV. Karels zoon Philips, in 1328 als Philips VI koning van Frankrijk, stond ze in 1326 af aan zijn jongeren broeder Karel II van Valois (gesneuveld in de slag van Crécy, 1346), die de stamvader werd van een vorstenhuis dat twee eeuwen in stand bleef. In 1414 werd Alençon, waarmede in 1367 het burggraafschap Domfront was verenigd, tot pairiehertogdom verheven. Bekend door zijn betrekkingen met Jeanne d’Arc en zijn latere samenzweringen is de tweede hertog,Jan II (Argentan 2 Mrt 1409 - 1476), die in 1415 zijn bij Azincourt gesneuvelden vader Jan I opvolgde. Twee jaren later maakten de Engelsen zich van Alençon meester en zelf geraakte hij in de slag van Verneuil (1424) in krijgsgevangenschap, waaruit hij eerst in 1427 tegen een enorm losgeld werd ontslagen (z Honderdjarige Oorlog). Hij was een der trouwste en geestdriftigste vrienden van Jeanne d’Arc, die hij in 1429 zowel bij het ontzet van Orléans als bij de tocht naar Reims en bij de mislukte aanslag op Parijs vergezelde. Ook in de volgende jaren nam hij zeer actief aan de strijd tegen de Engelsen deel. De versterking van het koninklijke gezag onder Karel VII zag hij evenwel, evenals andere grote vazallen, met lede ogen aan. In 1440 was hij een der leiders van de Praguerie (z Frankrijk, geschiedenis). Zelfs ontzag hij zich niet, de hulp van de Engelsen in te roepen. Hij had weer een zeer werkzaam aandeel in de herovering van Normandië, waardoor hij zijn eigen hertogdom herwon (144g). Dit verloor hij echter weer, ditmaal aan den Fransen koning, toen hij in 1455 opnieuw betrekkingen met de Engelsen had aangeknoopt. Hij werd gearresteerd (1456) en in 1458, ondanks de voorspraak van de hertogen van Bourgondië en Bretagne, door de pairs ter dood veroordeeld. Karel VII schortte de voltrekking van het vonnis op en bij de troonsbestijging van Lodewijk XI (1461) herkreeg hij zijn vrijheid en zijn bezittingen. Onder den nieuwen koning herhaalde hij zijn intrigues met de Engelsen en met den hertog van Bourgondië. Het Parlement van Parijs veroordeelde hem in 1474 opnieuw ter dood, doch weer werd hij begenadigd. Hij stierf kort na uit de gevangenschap te zijn ontslagen.
Na het overlijden van den laatsten hertog werden in 1525 Alençon en Perche aan de kroon getrokken. In 1570 schonk koning Karel IX Alençon aan zijn broeder Frans, later hertog van Anjou. Bij diens dood (1584) kwam het hertogdom aan Hendrik van Navarre, den lateren Hendrik IV, die het in 1607 bij de kroondomeinen voegde.
Lit.: J. Guibert, Jean II, duc d’Alençon (in Positions de thèses de l’Ecole des Chartres, 1893).
(2) hoofdplaats van het Departement van de Orne in het W. van Frankrijk,
De Kerk Notre Dame telde in 1938: 14 830 inw. Eertijds een belangrijke machtsplaats voor zijn agrarische omgeving en centrum van de kantindustrie, heeft het thans nog katoenindustrie en kwartskristalverwerking (sieraden). Tot de bezienswaardigheden van Alençon vóór Wereldoorlog II (die hier grote verwoestingen aanrichtte) behoorden de O.L. Vrouwekerk (i4de-i8de eeuw); het Maison d’Ozé uit 1450 (museum); het oude hertogelijk kasteel (14de 15de eeuw), in later tijd stadhuis; en de kapel en het geboortehuis van de H. Theresia.
Op 11 Aug. 1944 werd Alençon tijdens de Normandische doorbraak door de Amerikanen veroverd. Dezen rukten daarna niet verder op naar het O., doch bogen af naar het N. in de richting van Argentan, met de bedoeling, in samenwerking met de Canadezen, die van het N. uit eveneens in de richting van Argentan oprukten, de Duitse troepen, die nog steeds de bres van Avranches trachtten te dichten, af te snijden. Deze afsnijdingsmanoeuvre (de kleine omvatting in Normandie) gelukte niet helemaal, daar de Duitsers tussen Argentan en Falaise een smalle corridor wisten te handhaven. De terugtrekkende Duitse troepen leden echter in deze corridor — voornamelijk door toedoen van de oppermachtige geallieerde luchtstrijdkrachten, zulke zware verliezen, dat elk verband werd verbroken, waardoor een volslagen wanordelijke vlucht het gevolg was.