Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Albert KLUYSKENS

betekenis & definitie

Belgisch rechtsgeleerde (Landegem 6 Sept. 1885), is rector van de Rijksuniversiteit te Gent (1950), waar hij in 1908 de doctorstitel verkreeg en sinds 1923 hoofdzakelijk het burgerlijk recht doceert, lid van de „Koninklijke Vlaamsche Akademie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België”, van het „Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek”, van de „Vereniging voor de Vergelijkende Studie van het Recht in Nederland en België”, van de „Association Capitant pour l’étude du droit civil” enz. Door zijn onderwijs en door de publicatie van zijn Beginselen van Burgerlijk Recht is hij een dergenen geweest die, van meet af aan, het meest hebben bijgedragen tot de bloei van het vervlaamst hoger onderwijs en tot de ontwikkeling en de verspreiding van het Nederlands als rechtstaal in België.

Zijn loopbaan als advocaat (1908-1949), kortstondig onderbroken door het vervullen van het ambt van adjunct-referendaris bij de rechtbank van koophandel (1919-1923), werd bekroond door zijn verkiezing tot deken van de orde der advocaten bij het Hof van Beroep te Gent (1946-1948).Als R.K. volksvertegenwoordiger (1936-1945) en nadien als Senator (sedert 1946) van de C.V.P. speelde hij een voorname rol bij de behandeling door het Belgisch Parlement van de belangrijkste rechtskundige vraagstukken die in de laatste jaren zijn opgerezen, o.m. wat betreft de oprichting in België van een Raad van State.

Bibl.: voorn. werk: Beginselen van Burgerlijk Recht, 8 dln, nl.: I, De Verbintenissen (19251, 19485); II, De Erfenissen (19271, 19484); III, De Schenkingen en Testamenten (19301, 19473); IV, De Contracten (1934); V, Zakenrecht (19361, 19463); VI, Voorrechten en Hypotheken (1939); VII, Personen en Familierecht (19421, 19502); VIII, Het Huwelijkscontract (19451, 19502).

< >