koning der Longobarden (591-615), de eigenlijke grondlegger van hun rijk in Italië. Hij huwde Theodelinde, de weduwe van koning Authari en werd daardoor koning.
Hij sloot vrede met de Franken, de Hunnen en de Avaren, en zo kon hij zich alleen tegen de Byzantijnen richten, op wie hij vrijwel alle bezittingen in Noord- en Midden-Italië veroverde, behalve Ravenna. Ook Rome bleef buiten zijn rijk: daar regeerde paus Gregorius de Grote en deze vond steun bij de R.K. Theodelinde en werd daardoor in zijn bezit niet gestoord. Met steun der koningin werd zelfs een krachtige prediking van de pauselijke leer bij de Ariaanse Longobarden ondernomen en werden vele kerken gesticht. Zo werd de bekering van het Longobardische volk voorbereid.PROF. DR J. DHONDT
Lit.: Paulus Diaconus, Historia Longobardorum in Monum. Germ. Historica, Script, rerum longob.; Gregorius Magnus, Registrum Epistolarum, in: Monum. Germ. Hist. Epist.; L. M. Hartmann, Geschichte Italiens II,-ia (Leipzig 1900); Th. Hodgkin, Italy and her invaders, V.