Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aesthetische opvoeding

betekenis & definitie

Als reactie op de al te eenzijdig intellectualistisch gerichte school openbaart zich tegen het einde der vorige eeuw in toenemende mate een streven, het kind met beleid in aanraking te brengen met het schone en het de waarde daarvan vroegtijdig te doen beleven. Dit betreft zeker niet alleen de kennismaking met de kunst; ook aan de natuurschoonheid is gedacht en aan het beleven van de eigen lichamelijke gratie.

Men gaat bij dit al gaarne van twee veronderstellingen uit: 1. dat in ieder kind iets van een natuurlijk schoonheidsgevoel aanwezig is, dat slechts op goed geleide ontwikkeling wacht,
2. dat deze ontwikkeling zo goed mogelijk verloopt, wanneer men het kind zelf mooie dingen laat maken, al zijn ze ook nog zo eenvoudig en wellicht in het oog van volwassenen onbeholpen of zelfs zonder schoonheid. In 1904 werd in Den Haag de Ned. Ver. ter Bevordering van het Schoonheidsbeginsel in het Onderwijsgesticht. Deze vereniging gaf „Mededelingen” en sedert 1907 het tijdschrift „Schoonheid en Onderwijs” uit. In België werd in 1905 gesticht de „Société de l’art à l’école et au foyer”, die maandelijks een tijdschrift uitgaf onder dezelfde naam.

Bibl.: art. Aesthetische Opvoeding in Paed. Encycl. (red. R. Casimir en J. E. Verheyen), Groningen, Wolters, z.j.

< >