Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Aesopus

betekenis & definitie

(Aisopos), geldt in de Griekse literatuur als de voornaamste bedenker van fabels, met name dierfabels. Hij zou omstreeks 550 v.

Chr. hebben geleefd en in Phrygië (in Klein-Azië) geboren zijn; men dacht hem zich van mismaakte en gebochelde gestalte. Nadat hij eerst slaaf geweest was, het laatst op Samos, werd hij vrijgelaten, en reisde naar Lydië en vervolgens naar het verdere Oosten, overal door zijn schranderheid indruk makend en met zijn fabels zijn toehoorders tot inzicht brengend; ten slotte werd hij op een reis naar Griekenland te Delphi onschuldig ter dood veroordeeld en omgebracht. Zijn levensbeschrijvingen berusten bijna geheel op fantasie; aan zijn fabels, die vermoedelijk eerst mondeling zijn overgeleverd, werden steeds nieuwe „aesopische” fabels toegevoegd. Deze zijn thans bekend in proza (uitgaven van E. Chambry, Parijs 1925’26 en 1927) en voor een deel ook in de dichterlijke bewerking van Babrios. Op de latere literatuur hebben zij grote invloed uitgeoefend. De Latijnse dichter Phaedrus ontleent er de stof aan voor zijn fabels; eveneens de Fransman La Fontaine.PROF. DR w. J. w. KOSTER.

< >