Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Acanthaceeën

betekenis & definitie

exotische familie van meest tropische kruiden en struiken, zelden bomen, met kruiswijs geplaatste bladeren en tweezijdig symmetrische bloemen, die vaak duidelijk tweelippig zijn. Dikwijls een lange bloembuis met wijde opening; kelk en kroon meest vijftallig.

Gewoonlijk 4 of 2 meeldraden, vruchtbeginsel bovenstandig, 2-hokkig. Vrucht openspringend. Meeldraden, stempels en stuifmeel veelvormig. De kleurige, nectarbevattende bloemen vaak verenigd in bloeiwijzen, die soms grote en gekleurde schutbladen dragen. Bestuiving grotendeels door insecten, soms misschien door kolibri’s. Vele soorten vormen ondergroei in tropische en subtropische bossen en dan vaak op moerassige plaatsen; andere aangepast aan droog klimaat. Sommige soorten zijn slingerplanten, o.a. de ook gekweekte A. Thunbergia. Vele (Fittonia, Justicia, Ruellia, Strobilanthes) worden hoofdzakelijk in kassen gekweekt, hetzij om de mooie bladeren, hetzij om de bloemen.Van het geslacht Acanthus komen vertegenwoordigers voor in het Middellandse Zee-gebied. Hebben vaak rozetten van grote, diep ingesneden, stekelige bladeren, die men als motief in de oude Griekse bouwkunst aantreft. Acanthus mollis en A. spinosus leverden waarschijnlijk bladmotieven voor het kapiteel van de Korinthische zuilen. Als decoratieve planten worden ook soorten van Acanthus gekweekt; bloemen wit of blauwachtig.

< >