struik van het geslacht Ribes, fam. Saxifraguceeën.
Bladen drie- tot vijflobbig; bloemen vijftallig en groenig-geel, soms ook roodachtig van kleur, groeien in hangende trossen. Komt in het wild voor in Azië en Europa, ook in Nederland en België in bossen en heggen. Bekend zijn de eetbare rode en zwarte (aal)bes; de eerste is de vrucht van Ribes rubrum, welke ook gelige of witte vruchten kan hebben, de laatste is de vrucht van Ribes nigrum. Van beide soorten worden ook variëteiten gekweekt; bovendien wordt Ribes rubrum met andere soorten gekruist.Teelt
De teelt van bessen wordt uitgeoefend als onderteelt in boomgaarden, d.w.z. onder appels, peren en pruimen en als afzonderlijke teelt. Hiervan is de onderteelt verreweg het belangrijkst. In 1943 was er volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek 3645 ha bessen, en wel 3033 ha onderteelt en 612 ha afzonderlijke teelt. In datzelfde jaar waren 1899 ha rode bessen, 1375 ha zwarte bessen en 71 ha witte bessen, waaruit dus wel volgt, dat de teelt van witte bessen heel gering is.
De teelt van bessen komt vooral voor op Zuid-Beveland, rond Breda, in Oudenbosch, Hoeksche Waard, op Voorne en Putten, in ’t Westland en in de Bangert. Een moeilijkheid is het plukken, waarvoor op korte termijn veel goedkope arbeidskrachten worden gevraagd. Gebrek aan goedkope tijdelijke arbeidskrachten doet zeker de teelt achteruitgaan. Ofschoon er wel eens bessen in kassen en warenhuizen langs de wanden zijn aangeplant, is de hoeveelheid zo gering, dat zij niet voor beschouwing in aanmerking komt.
Gemiddeld werd over de jaren 1933-1942 jaarlijks ongeveer 9 millioen kg bessen op de veilingen aangevoerd. Van rode bessen vond uitvoer plaats naar Frankrijk, Engeland, Schotland Zwitserland en België. Zwarte bessen worden practisch alleen uitgevoerd naar Engeland. Er heeft enige import van besvruchten plaats in de grensgebieden. Tn Nederland worden rode en witte bessen als tafelfruit gebruikt. Van rode bessen worden voorts bessensap, bessenwijn, gelei en jam, van witte bessen worden voornamelijk wijn en gelei, van zwarte bessen worden wijn, sap, zoete most, bessenjenever, limonades en jam gemaakt. De bessenjam is al of niet gemengd met ander fruit. Zwarte bessen zijn zeer rijk aan vitamine. De opbrengst per ha is van rode bessen hoger dan van zwarte bessen. De zwarte bes is bovendien een riskant gewas, omdat het zeer gevoelig is voor nachtvorst.
De bessen worden voortgekweekt door stek. Na twee jaren is een bruikbare struik verkregen. Het opkweken van de struiken geschiedt door boomkwekers of door fruitkwekers zelf. Vooral zwarte maar ook rode en witte bessen hebben veel last van meerdere virusziekten, welke alleen door strenge selectie te voorkomen zijn. Het plantmateriaal wordt dan ook gekeurd op het veld door de N.A.K.B. en bij goedkeuring afgeleverd met certificaat.
De struiken worden ter plaatse op afstanden van ongeveer 2 m à 2,50 m bij 1,50 m à 2 m gezet en ingesnoeid. Reeds het tweede jaar geven zij enige vrucht. De opbrengst neemt regelmatig toe tot de struik volgroeid is.
Het snoeien is vakmanswerk, dat een liefhebber echter ook gemakkelijk kan leren. Er bestaan meerdere methoden. De snoei is er vooral op gericht om de struik open te houden, zodat veel licht kan toetreden. Zo nodig worden daartoe gehele gesteltakken verwijderd. Bij het inkorten van het eenjarig hout verschillen echter de methoden. Van zwarte bessen wordt het eenjarig hout niet ingenomen.
De meest aangeplante rode bessen zijn Prince Albert (Duitse zure, Hollandse Dikkop), Fay’s Prolific en Erstling aus Vierlanden. De eerste is uitsluitend bruikbaar voor aflevering van de bessen aan fabrieken, de tweede geeft zeer goede tafelbessen, terwijl de derde voor beide doeleinden te gebruiken is. Daarnaast komen oude plaatselijke rassen, zoals Loppersumse en nieuwe, zoals Laxton no. 1 voor. De rassen van de witte bessen geven nog weinig bevrediging. Zij geven geen goede groei of vruchtbaarheid of zijn niet goed van smaak.
Het meest bekende en aangeplante ras van zwarte bessen is Goliath. Daarnaast zijn nieuwere variëteiten, zoals Wellington XXX, Roodknop, Silvergieter zwarte, Baldwin, welke in sommige streken ook goed voldoen.
Overigens staat de rassenkeuze in verband met de grondsoort waarop en de streek waar geplant wordt. De echte fruittelers kijken daarbij goed uit en laten zich voorlichten. Op verscheidene proeftuinen worden de rassen nog steeds vergeleken.
Ziekten
De bestrijding van de verschillende bessenziekten is een voortdurende zorg van den kweker, die zich zo nodig laat voorlichten. Door het onderzoek veranderen zowel bestrijdingsmethoden als bestrijdingsmiddelen. Daarom moet naar de speciale vakliteratuur, zoals de Tuinbouwgids en publicaties van de Plantenziektenkundige Dienst worden verwezen. Reeds zijn de virusziekten genoemd, welke zich uiten in misvorming en verkleuring van bladeren. Een directe bestrijding hiervan is niet mogelijk. Het plantmateriaal moet slechts van een vertrouwd adres worden gekocht. Rode bessen zijn zeer gevoelig voor kaligebrek, welke zich uit in bruine bladranden.
IR G. W. VAN DER HELM