pseud. van Adèle (Sophia Cornelia) Opzoomer, Nederlands schrijfster (Utrecht 21 Juli 1857 - Rotterdam 27 Dec. 1925), was de dochter van C. W.
Opzoomer en huwde in 1888 met de Hongaarse predikant Géza Antal von Felsö-Geller. Zij schreef aanvankelijk in het Duits. Hoewel een tijdgenote van Perk en Kloos, behoort zij naar stijl en opvatting — ook in haar latere werk — geheel tot de periode van vóór ’80. Dit heeft echter geenszins afbreuk gedaan aan haar succes. In de tekening der figuren van haar historische romans ligt haar grootste kracht.Bibl. : Prins Willem III en de moord der Gebr. de Witt (1875) ; Der Sturz des Hauses Alba (Leipzig 1875, drama); Johann de Witt (1875, drama); In dagen van strijd (3 dln, 1876-1877, 5de dr. 1900) ; Vorstengunst, 3 dln (1883) ; Gerda, Eene Noorsche sage (1886) ; Zielestrijd (1908); Een liefdedroom in 1795 (1906); Gedachten uit de werken v. A. S. G. W., verz. d. C.
J. Wijnaendts Francken (1915).
Lit.: S. J. R. Rameckers, A. S. C.
Wallis (Adèle Opzoomer), diss. Nijmegen (1947).